Innovatief mengsel van waterstof, aardgas, Europese subsidie en nieuwe banen.

“Innovatieve processen creëren tewerkstelling.” Met die woorden prees de Belgische minister Johan Vande Lanotte onlangs de plannen van het Instituut Duurzame Mobiliteit Universiteit Gent (IDM-UGent) en de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen op het gebied van waterstof. Hun project ‘Hydra’, dat onlangs werd voorgesteld aan de Europese Commissie in het kader van het Zesde Kaderprogramma, dient vele doelen tegelijk. Het levert schoner openbaar vervoer op. Het biedt een oplossing voor de grilligheid van de wind als energiebron. Het zet de ‘gouden driehoek’ Brugge-Oostende-Zeebrugge, met het nieuwe wetenschapspark Plassendale, op de kaart als proeftuin voor de waterstofeconomie. En het leidt tot nieuwe technologische bedrijvigheid, die volgens de plannenmakers wel duizend extra banen zou kunnen opleveren.

Het probleem met waterstof is bekend. Zolang er geen gebruikers zijn, steekt niemand geld in productie en verspreiding. Maar zolang het nergens is te krijgen, gaat niemand het gebruiken. Het Hydra-project wil de vicieuze cirkel doorbreken door waterstofgebruik tijdelijk facultatief te maken.

Schoon

Uitgangspunt zijn autobussen, die lopen op aardgas (CNG, ofwel compressed natural gas). Wereldwijd rijden er daar al vele duizenden van rond, vooral in grote steden, waar ze minder smog veroorzaken dan diesels. Door hun gas meng je voortaan een percentage waterstof. De ontsteking moet dan opnieuw worden afgesteld, afhankelijk van de precieze samenstelling van het gasmengsel. Maar voor de rest hoef je aan de bus eigenlijk helemaal niets te veranderen.

Voor het milieu heeft dit enkel zin wanneer je de waterstof produceert met energie uit een hernieuwbare bron. Ideaal daarvoor is het windmolenpark, dat binnenkort verrijst voor de Vlaamse kust. Molens leveren elektriciteit op momenten dat het waait, en dat hoeven niet de momenten te zijn dat er behoefte aan is. Met het overschot kun je waterstof vrijmaken uit water. Aan de bussen geef je mee wat je beschikbaar hebt. Waait het niet, dan rijden ze gewoon verder op CNG.

Dankzij een subsidie van de Nationale Loterij hebben de onderzoekers onder leiding van prof. Roger Sierens (Labo voor Vervoerstechniek, UGent) en Mark Pecqueur (KdG-Hogeschool) het idee in de praktijk kunnen uittesten. Het Vlaamse vervoerbedrijf De Lijn had nog twee aardgasbussen staan, overgebleven van een proef in Kortrijk. Hieruit is één bruikbare bus in elkaar geknutseld, die mocht worden getest op de rollenbank van De Lijn in Antwerpen. Daarbij werd een mengsel met twintig procent waterstof, voor de gelegenheid ingekocht in flessen, vergeleken met puur aardgas.

De resultaten waren overtuigend. Waterstof verbetert de verbranding van methaan, waardoor de uitstoot van onverbrande koolwaterstoffen vermindert met maar liefst 66 procent. De NOx-uitstoot daalt met 33 procent, die van CO met zeventien procent. De CO2-uitstoot ligt dertien procent lager. En de motor loopt prima, al daalt het vermogen iets vanwege de lagere calorische waarde van waterstof.

De onderzoekers hebben nu samenwerking gezocht met de Franse bussenbouwer Irisbus. Die kan een gloednieuwe aardgasbus met elektronische injectie- en ontstekingsregeling leveren voor betere proeven. Uiteindelijk wil men hem zelfs op honderd procent waterstof laten lopen.

Duwtje in de rug

Bij het plan voor het Europese project zijn een twintigtal partners betrokken. Doel is een budget van zeventien miljoen euro waarvan tien miljoen door de EU moet worden betaald. De plannen bevatten nog een tweede idee: een vloot benzinebussen en -bestelauto’s voorzien van een waterstoftankje, vergelijkbaar met de huidige LPG-tanks. Dit ‘Project H’ bestaat alleen nog op papier.

De initiatiefnemers twijfelen er niet aan dat de verbrandingsmotoren uiteindelijk zullen worden verruild voor brandstofcellen. Hydra is hooguit een tijdelijke oplossing, bedoeld om de waterstofeconomie een duwtje in de rug te geven. “Het is een politiek ding”, stelt hoogleraar Sierens. “Iedereen is er van overtuigd dat waterstof de brandstof van de toekomst moet zijn. De vraag is alleen wanneer. Maar we moeten er nu aan beginnen.”