Praktijkproef bij kolencentrale in Italië

Het Italiaanse energiebedrijf ENEL gaat in de kolencentrale bij Brindisi een nieuw absorptieproces voor CO2 uit rookgassen testen. Daartoe is een 'memorandum of understanding' (MoU) getekend met het Franse instituut IFP, dat al een tijdje bezig is met de ontwikkeling van zo’n gaswasmethode.

Het idee is om de CO2 te absorberen in een geschikt oplosmiddel. In een aparte ‘stripper’ was je het gas er weer uit en vangt het op, waarna het absorptiemiddel opnieuw kan worden gebruikt. De kunst is om hierbij het energieverbruik zo laag mogelijk te houden, onder meer door zo veel moelijk restwarmte uit de centrale te benutten.

Dit proces is eerder uitgewerkt in het kader van het EU-programma CASTOR (CO2 CApture and STORage), waarbij onder meer TNO betrokken was. Er zijn toen proeven gedaan met een pilotplant bij een centrale in het Deense Esbjerg. Als absorptiemiddel werd in eerste instantie monoethanolamine (MEA) gebruikt. Later werd overgeschakeld op twee niet nader gespecificeerde mengsels genaamd CASTOR-1 en CASTOR-2, die beter schijnen te voldoen en minder corrosief zijn.

Op basis daarvan is IFP verder gaan ontwerpen. Het denkt inmiddels een installatie kunnen bouwen die nog minder energie nodig heeft om het oplosmiddel te regenereren. Bovendien zou er minder ammoniak in de rookgassen terecht moeten komen.

Het instituut mag nu een testfaciliteit kan leveren met een capaciteit van 2,25 ton CO2 per uur, tweemaal zo veel als in Esbjerg. Begin volgend jaar moet hij klaar zijn.

bron: IFP, ENEL

Onderwerpen