Aan bepaalde microRNA’s in het bloed kun je vrijwel direct de ernst van blootstelling aan radioactieve straling aflezen. Nuttig bij het sorteren van slachtoffers na een nucleair ongeval maar ook bij het personaliseren van radiotherapie, denken onderzoekers van Ohio State University.

Nu is het nog zo dat je de ernst van blootstelling pas in beeld krijgt wanneer iemand weken later de symptomen van acute stralingsziekte begint te vertonen, of jaren later kanker krijgt. Dan is het rijkelijk laat om er nog iets aan te doen.

In PLoS ONE wordt nu beschreven hoe men muizen behandelde met verschillende stralingsdoses, eenmalig of oplopend in stappen. 24 en 48 uur daarna werden bloedmonsters genomen en geanalyseerd op 88 verschillende micro-RNA’s.

Een paar daarvan bleken inderdaad indicatief. Zo gaat miRNA-150 duidelijk omlaag na een stralingsdosis van 1 gray of meer. miRNA-200b en miRNA-762 komen juist versterkt tot expressie, waarbij er een verband is met de hoogte van de dosis.

Of het bij mensen ook zo werkt, is afwachten.

bron: Ohio State University

Onderwerpen