Biodiversiteit is te monitoren door eens in de zoveel tijd een soepje te maken van alle insecten die je ziet langskomen, al het DNA in die soep te sequensen, en te kijken hoeveel soorten je herkent. Erg nuttig voor de politieke besluitvorming, stellen onderzoekers van de University of East Anglia in Ecology Letters.

Met de aantekening dat deze onderzoeksmethode tot voor kort onbetaalbaar zou zijn geweest, maar dankzij de vooruitgang op het gebied van DNA-sequencing ineens verrassend snel en goedkoop is geworden. Zelfs zo goedkoop dat je aan een wekelijks herhaalde meting kunt gaan denken.

Tot nu toe is de ‘gouden standaard’ voor het bepalen van biodiversiteit dat je de gevangen dieren intact laat en visueel beoordeelt hoeveel verschillende soorten je herkent. Eén keer kun je dat wel doen maar het is veel te bewerkelijk voor een regelmatig monitoringprogramma - waarschijnlijk lukt het niet eens om er voldoende taxonomie-experts voor te recruteren.

Douglas Yu en collega’s hebben het nu probeerd met wat ze zelf ‘metabarcoding’ noemen. Ze zetten vallen neer om steekproeven te nemen uit insectenpopulaties, sequensten de soepjes en legden de resultaten naast drie volgens de ‘gouden standaard’ samengestelde datasets met in totaal 55.813 insecten- en vogelsoorten.

De gevonden aantallen bleken misschien niet identiek, maar beide methoden leveden wel statistische gegevens van vergelijkbare kwaliteit op.

Met andere woorden: uit de insectensoep kun je in elk geval afleiden of de biodiversiteit verandert, al dan niet als gevolg van menselijk ingrijpen, en welke kant het op gaat. De meting is snel en goedkoop, je hebt er in het geheel geen verstand van taxonomie meer voor nodig, en mede daardoor valt elke subjectiviteit weg uit de beoordeling. Dat laatste is politiek bezien uiterst belangrijk.

De onderzoekers werken nu aan een manier om de biodiversiteit onder zoogdieren in het regenwoud te beoordelen. Daartoe denken ze bloedzuigers te vangen, en te kijken hoe gevarieerd het DNA is dat ze tijdens het zuigen binnen hebben gekregen.

bron: University of East Anglia

Onderwerpen