Verkoolde delen van barbecuevlees bevatten grafeen. We eten het al sinds de steentijd en we leven nog dus kennelijk is nanokoolstof toch niet overdreven toxisch, schrijven Manav Saxena en Sabyasachi Sarkar in RSC Advances.

In ‘gripe water’, een Angelsaksisch buikpijnmiddeltje voor baby’s dat onder meer houtskool bevat, blijkt eveneens een cocktail van grafeen en andere vormen van nanokoolstof te zitten. Goede kans dat voor norit hetzelfde geldt, al is dat tijdens deze studie niet uitgeprobeerd.

Om precies te zijn gaat het over N-gedoteerd grafeenoxide, dus grafeen dat is gegarneerd met zuurstofhoudende groepen en hier en daar een stikstofkern in plaats van koolstof.

De onderzoekers van het Indian Institute of Engineering Science and Technology Shibpur in Howrah toonden het aan door een kip op traditionele Mesolithische wijze te roosteren op een vuurtje, enkele minuten op de verkoolde delen te kauwen (een beetje speeksel hoort er bij!), het uit te spugen in verdund zoutzuur dat de maagsappen simuleerde, en tot slot de resterende koolstof af te filteren. Onder de SEM-elektronenmicroscoop konden ze de grafeenvelletjes toen gewoon zien liggen. Met Ramanspectrometrie toonden ze vervolgens een tamelijk hoog stikstofgehalte aan.

Opzuiveren van de verbrande kip zonder er op te kauwen leverde een grotere variëteit aan koolstofnanoflarden op. De onderzoekers vermoeden dat meerlaagsfragmenten door het zoutzuur worden opgesplitst in losse laagjes.

Een chemische verklaring kunnen ze ook verzinnen, zij het dat heel wat minder hard is dan een aangebrande kip. Ze vermoeden dat de eiwitten uit het vlees tijdens het roosteren worden omgezet in cyclische koolwaterstoffen, onder meer door Maillardreacties, en dat die zesringen vervolgens aan elkaar klitten tot grafeen. De stikstofdotering zou dan eveneens een souvenir van die eiwitten zijn.

Ze durven de geruststellende conclusie aan dat we dus al zó lang grafeen hebben gegeten dat de evolutie ons er inmiddels wel immuun voor zal hebben gemaakt.

bron: RSC

Onderwerpen