Als ik een training geef aan een groep wetenschappers, vind ik het altijd leuk om te vragen wie zichzelf creatief vindt. Ik vraag dat omdat het relevant is voor de training, maar ook omdat ik het interessant vind om de reacties te zien. Meestal steekt één iemand achteraan zijn hand op, en mompelt verontschuldigend naar zijn buren ‘dat hij piano speelt’. De rest kijkt naar elkaar of naar hun aantekeningen. Maar niet naar mij.
Het zou kunnen dat ze bang zijn dat er consequenties zitten aan die vraag. Ik had bijvoorbeeld ooit een collega die vroeg of je creatief was en als je dan ja zei kreeg je een deel van zijn werk in je schoot geworpen. Of misschien denken ze dat ze hun creativiteit ter plekke moeten komen bewijzen – dat ik ze naar voren roep om een gedicht te improviseren of een balletuitvoering te doen.
Als lid van de KNCV, KVCV, NBV, of NVBMB heeft u onbeperkt toegang tot deze site, u kunt hier inloggen.