‘Hebt u ook een persbericht laten schrijven over uw onderzoek?’, vroeg een lid van de promotiecommissie aan een vriendin die haar proefschrift verdedigde.

Onderzoeksinstituten begeleiden een promotie of de publicatie van een wetenschappelijk artikel vaak met een persbericht. Dat gaat via de mail uit naar zo veel mogelijk journalistieke contacten. Wat is een mooiere beloning voor dat jarenlange monnikenwerk dan fifteen minutes of fame?

Bovendien maakt persaandacht deel uit van veel fondsenaanvragen, en voldoet een instituut met een persbericht aan die voorwaarde. Geen gezeik, iedereen rijk, zou je denken. Toch moeten we stoppen om het persbericht te zien als belangrijkste medium om wetenschappelijke kennis te verkondigen.

Hedendaagse wetenschappers worden constant geprikkeld om zo veel mogelijk te publiceren en worden daar zelfs op afgerekend. Daardoor brengt de wetenschappelijke wereld vooral stukjes informatie naar buiten. De communicatieafdeling volgt met het vertalen van die informatie naar het publiek.

Maar dat leidt tot een incompleet beeld van onderzoek rond een onderwerp. Iedere dag verschijnt wel een publicatie waarin onderzoekers alzheimer kunnen voorkomen in ratten. Ja, dat is hoopgevend. Maar het leidt niet direct tot minder alzheimerpatiënten. Er is meer context nodig.

Die instelling bij onderzoeksinstituten leidt tot een perverse prikkel. Journalisten op nieuwsredacties hebben elke ochtend een half uur om de stortvloed van persberichten door te spitten voordat ze de redactievergadering ingaan. Het merendeel verdwijnt in de prullenbak.

Communicatiemedewerkers schrijven hun persberichten daarom zo ‘ronkend’ mogelijk op, in de hoop dat ze boven het maaiveld uitsteken. De journalist moet zo’n bericht, vaak onder tijdsdruk, ombouwen tot een licht verteerbaar item. Daarbij moet hij kritisch blijven en nét genoeg van de context heel laten. Maar dat is lastig met een persbericht dat maar een deel van die context laat zien, en dat bovendien is geschreven door een communicatiemedewerker die aast op een gratis pr-moment.

Het persbericht is een staart zonder hond. Het reduceert jaren van wetenschappelijk onderzoek tot een stuk tekst zonder context, beknopt genoeg om op te vallen. Daarbij doet het bericht geen recht aan de jaren van wetenschappelijk werk die erachter schuilgaan.

Onderzoekers verdienen een eerlijkere manier om hun onderzoek onder de aandacht te brengen. Ze moeten meer samenwerken met wetenschapscommunicatoren en -journalisten bij het opzetten van nieuwsplatforms met ruimte voor lange, toegankelijke stukken over complete onderzoekslijnen. Daarmee blijft de wetenschappelijke context overeind, en ontstaat er geen inflatie van persberichten.

‘Er komt geen persbericht’, antwoordde de promovendus, ‘maar wel een uitgebreid nieuwsbericht op onze website.’ Fijn dat zij al afscheid had genomen van het persbericht. Nu de rest van de wetenschap nog.

 

Koen Scheerders (koenscheerders.nl), biomedisch wetenschapper en wetenschapsjournalist.