Hoe meer afleveringen van het VPRO-programma The Mind of the Universe je ziet, hoe duidelijker het wordt wat er mist aan de Nederlandse wetenschap: fantasie.

Presentator Robbert Dijkgraaf heeft het en de dertig wetenschappers, die hij voor de serie heeft gecharterd, hebben het ook. Maar niet voor niets zitten er slechts twee Nederlanders tussen, en voorlopig komen die het minst visionair over van allemaal.

Neem Hans Clevers. Met zijn organen-op-een-chip zou hij best wel eens een Nobel­prijs kunnen winnen. Maar terwijl in dezelfde aflevering de Brit Lee Cronin en de Amerikaan George Church op kleur­rijke wijze schetsten hoe ze het leven denken te herscheppen, houdt Clevers het voor de camera bij het valoriseren van bestaand epitheel teneinde de farma te plezieren. Want dat is wat de Nederlandse samen­leving wenst te horen: degelijk, niet fantasievol.

Iets doen waar de valorisatie niet duimendik bovenop ligt, is vragen om ellende. Robberts andere Nederlandse gast, Ron Fouchier, behoort tot de virologische wereldtop. Maar zijn toekomstvisie gaat ook niet veel verder dan vogelgriep vermijden door haar beter te begrijpen. En zelfs dát leverde hem doodsbedreigingen op nadat publieksmedia, die de klok hadden horen luiden, kort door de verkeerde bocht gingen en hem uitmaakten voor bioterroristenmaatje.

Léve de polder. Wereldwijd zijn de meeste wetenschappers saaie ploeteraars, maar alleen bij ons is het de bedoeling. Je zit in je lab om zuurverdiende belastingcenten zinvol te besteden, niet om te dromen over een betere toekomst. Zelfs Ben Feringa dankt zijn populariteit grotendeels aan het feit dat hij ondánks zijn Nobelprijs een nuchtere Drent blijft die aan autootjes sleutelt.

Niet voor niets wil minister Kamp, notabene een VVD’er, nu ineens de verkoop van bedrijven aan het buitenland tegenhouden. Zijn hele topsectorenbeleid is opgehangen aan de samenwerking van AkzoNobel, Unilever en nog wat grote jongens. Hoe meer R&D die hier opdoeken, hoe lastiger het politiek is uit te leggen dat je überhaupt nog geld uittrekt voor bètawetenschap.

Wat zal die Robbert blij zijn dat hij veilig in Princeton zit met zijn snaartheorie. Trump drijft wel over. De terreur van het fantasieloze maaiveld niet.