Subsidie aanvragen kost wetenschappers veel tijd. Dat kan anders: laat hen het geld onderling verdelen. Een briljant idee, of een onrealistisch plan?

Bijna elke onderzoeker kan beamen dat subsidie aanvragen vaak heel frustrerend en tijdrovend is. Bovendien is het gemiddelde succespercentage bij persoonlijke NWO-beurzen de afgelopen jaren gedaald van 25 % naar 20 %. Bij Veni-beurzen was het in 2017 14 %, bij Vidi 15 %.

Tijdens een NWO-bijeenkomst over deze ‘aanvraagdruk’ presenteerde ecoloog Marten Scheffer van Wageningen University & Research, die zelf een Spinozapremie en een ERC advanced grant binnensleepte, een alternatief: laat wetenschappers het geld onderling verdelen. ‘Geef iedereen een basisbedrag waarvan ze een vastgesteld percentage, bijvoorbeeld 10 %, moeten doneren aan een andere onderzoeker. Dat voorkomt een hoop administratieve rompslomp’, denkt Scheffer.

Een voor-wat-hoort-wat-systeem moeten we vermijden

Luie stoel

De Vlaamse informaticus Johan Bollen bedacht dit systeem al in 2013. Scheffer, die met Bollen samenwerkt, doopte het om tot Self Organized Funding Allocation (SOFA), verwijzend naar de bank of luie stoel van waaruit de onderzoekers het geld verdelen. Scheffer probeert NWO over te halen tot een pilot in Nederland. NWO nodigde hem dit voorjaar weliswaar uit om over het plan te vertellen, maar de organisatie loopt niet warm voor het experiment. Het geld moet elders worden weggehaald, en de pilot kost NWO veel tijd en moeite. Bovendien zou SOFA NWO in theorie overbodig kunnen maken.

Geen oplossing

Het tijdschrift Science publiceerde in april een nieuwsbericht over SOFA. Velen lazen en deelden het bericht – al was het enthousiasme niet onverdeeld. Paula Mommersteeg, universitair docent aan de Universiteit van Tilburg, liet zich op Twitter kritisch uit over het idee. ‘Ik deel de zorgen over het huidige systeem, maar dit is niet per se de oplossing’, vertelt ze. Ze heeft vooral bedenkingen bij het onderling doneren. ‘Onderzoekers kennen weinig collega’s buiten hun eigen kring. De kans is groot dat het een voor-wat-hoort-wat-systeem wordt.’

Idolscompetitie

Stan van Pelt, tot april postdoc bij het Donders Instituut aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, sprak zijn lof uit over het plan op de website Voxweb.nl. Hem spreekt de herverdeling aan, omdat die leidt tot nivellering leidt en diversiteit. ‘Nu is het nog the winner takes it all.’ Toch is ook Van Pelt niet alleen positief. ‘Ik ben bang dat het een soort Idols-competitie wordt, waarbij wetenschappers zich toch weer met iets anders profileren dan wetenschappelijke kwaliteit.’

Mix

Van Pelt, wiens weg bij het Donders Instituut doodloopt omdat iemand van buiten met een zak geld zijn beoogde vaste aanstelling kaapte, zou idealiter een mix zien tussen het huidige systeem en SOFA: meer vaste financiering – dus terug naar hoe het was voordat toenmalig minister Plasterk geld van de universiteiten naar NWO overhevelde – en meer nadruk op het team in plaats van het individu. ‘Nu denkt men bij beoogde samenwerkingen vooral ‘wat levert mij dat op?’ Ook zou hij het beslismoment voor een vervolgcarrière willen vervroegen, door tenure tracks in te stellen direct na de promotie. ‘Zo’n schifting verlaagt de druk op de schaarse middelen.’

Kleine stapjes

Mommersteeg ziet meer in kleinere aanpassingen, onder meer om te voorkomen dat commissies wanhopig op zoek moeten naar redenen om aanvragen af te wijzen wegens gebrek aan beurzen. ‘Ook is het moeilijk je te onttrekken aan een persoonlijke voorkeur op het moment dat veel aanvragen van goede kwaliteit zijn. Dan zou een loting eerlijker zijn.’