De farmaceutische industrie is bezig aan een charmeoffensief. Belangenorganisaties voeren campagnes om het imago van de farma op te krikken. En Nederlandse geneesmiddelenfabrikanten hebben onlangs een maatschappelijke gedragscode ondertekend.

‘Wij geven niet op’. Onder die titel lichten medewerkers van geneesmiddelenbedrijven toe hoe ze strijden tegen ziektes zoals alzheimer, kanker of ms. ‘Ik geef niet op tot er meer aandacht is voor antifungale resistentie’. ‘Ik geef niet op tot pijn bij kanker goed wordt behandeld’. ‘Ik geef niet op tot diabetes geen zorg meer is’. Tientallen koppen, jong, oud, man, vrouw, kijken vrolijk de camera in terwijl ze plechtig beloven dat ze niet gaan slapen voor het werk is gedaan.

In de recentste poging om het imago van de sector op te vijzelen, publiceerde de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG) eind januari een maatschappelijke gedragscode. Deze branchevereniging voor de farmaceutische industrie overhandigde het document aan minister Bruno Bruins van Medische Zorg en liet het ondertekenen door alle Nederlandse geneesmiddelenfabrikanten. De code telt 38 regels over transparantie, kwaliteit, integriteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een adviescollege ziet erop toe dat de code wordt nageleefd.

Maar geen van de interviews en gedragsregels reppen met een woord over de olifant in de kamer: de soms onverklaarbaar hoge medicijnprijzen. U weet wel: dat onderwerp waarmee de farma keer op keer de krant haalt en waarmee patiënten, zorgverzekeraars en regelgevers telkens worstelen.

De farmaceutische industrie, schrijft de VIG, voelt zich geroepen te verantwoorden waarom ze betrokken is bij de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. We mogen inderdaad blij zijn dat er bedrijven zijn die het risico aandurven om innovatieve geneesmiddelen te maken, maar dat verdient geen schouderklopje. Het punt is niet dát ze worden gemaakt, maar wat ze mogen kosten. Klopt, medicijnontwikkeling heeft een prijs. Maar is die wel in balans met de winsten die de sector boekt?

Weet wat je leest, vraag je af wie de schrijver is en wat hij wil bereiken. Al die plechtige beloftes en gedragscodes strooien zand in de ogen en leiden af van de échte vraag: waarom zijn die nieuwe medicijnen toch zo duur?

De farmaceutische industrie kan haar steentje bijdragen aan een antwoord. Ze kán de indruk wekken dat ze het maatschappelijke debat rond de betaalbaarheid van geneesmiddelen durft te voeren. Maar een manier om dat in ieder geval niet te doen, is door het onderwerp omzichtig uit de weg te gaan.

Koen Scheerders is biomedisch wetenschapper en wetenschaps­journalist