Met een nieuwe combinatie van CRISPR/Cas9 en stamceltechnieken moet je in principe 60 % van de duchennepatiënten kunnen genezen. Al duurt het nog zeker een jaar of tien, waarschuwen UCLA-onderzoekers die zojuist bij muizen de proof of principle hebben geleverd.

Zoals bekend wordt duchenne veroorzaakt door een genetisch defect in het gen dat codeert voor het eiwit dystrofine. De meeste therapieën komen neer op exon skippng, waarbij je tijdens het uitlezen het beschadigde stuk overslaat, of op wegknippen van dat slechte stuk met CRISPR of een andere editingtechniek.

Probleem daarbij is dat het defect op verschillende plekken in het gen kan zitten. Onderzoeksgroepen pakken telkens maar één van die plekken tegelijk aan, en in de praktijk is dus maar een klein percentage van de duchennepatiënten rechtstreeks gebaat bij hun werk.

De zojuist in Cell Stem Cell gepubliceerde doorbraak van April Pyle en collega’s bestaat er uit dat ze een groter stuk wegknippen dan ooit, en dat dat bovendien het stuk is waar in 60 % van de gevallen de mutatie zit.

Daarnaast hebben ze de therapie zo opgezet dat het niet helemaal ondenkbaar is dat ze ooit toestemming kunnen krijgen voor klinische tests. Ze spuiten het CRISPR-knipsetje niet rechtstreeks bij de patiënt in maar in celweefsel, dat ze uit de huid van die patiënt hebben gehaald en eerst hebben geherprogrammeerd tot pluripotente stamcellen. Na de modificatie laten ze die stamdellen specialiseren tot hart- of skeletspierweefsel, en die injecteren ze weer op een toepasselijke plek bij de patiënt.

Ze hebben de procedure daadwerkelijk uitgevoerd, dus uitgaand van huidweefsel van menselijke duchennepatiënten. Het uiteindelijke spuitje belandde niet in de patiënt maar in duchenne-muismodellen. Die gingen toen inderdaad dystrofine aanmaken.

Hoe veel voorwerk er nog nodig is voor eventuele klinische proeven, is niet duidelijk.

bron: UCLA