Van de vier Spinozapremies gaat er dit jaar één naar de moleculaire wetenschappen. Om precies te zijn naar Piet Gros, hoogleraar biomacromoleculaire kristallografie te Utrecht. Hij krijgt 2,5 miljoen euro van NWO om zijn onderzoek naar eigen inzicht voort te zetten.

Gros is vooral befaamd vanwege de ontrafeling van de driedimensionele structuur van het zogeheten C3-eiwit. Dit eiwit speelt een centrale rol in het zogeheten complementsysteem, dat in Gros’ eigen woorden is te beschouwen als ‘de reinigingsdienst in uw bloed’.

 

C3 wordt opgebouwd uit 1.641 aminozuren, wat zelfs voor een eiwit zeer veel is. Dat het is gelukt om hiervan de werking in kaart te brengen, bewijst dat Gros erg goed in zijn vak is.

 

De Universiteit Utrecht tekent er bij aan Gros mede-auteur is van ruim 75 publicaties, waarvan 10 in toptijdschriften als Nature en Science, en dat hij zeer succesvol is in het binnenhalen van subsidie: van de 16 aanvragen die hij de afgelopen jaren indiende bij NWO, werden er 14 gehonoreerd.

 

De andere drie Spinozapremies gingen dit jaar allemaal naar Leiden. De gelukkigen zijn Ineke Sluiter (specialiste in het Oud-Grieks), sociaal psychologe Naomi Ellemers, en astronoom Marijn Franx. Die laatste wil een deel van zijn Spinozapremie besteden aan het ‘warm’ maken van het grote publiek voor astronomie. Zo droomt hij van een iPhone-‘app’ die de naam aangeeft van het sterrenbeeld waar je hem op richt, en van een ‘bètacentrum’ dat mensen het onderzoek van vandaag laat zien “en niet dat van 100 jaar geleden zoals in een museum”.

 

Dat dit jaar twee van de Spinozapremies naar de alfagammahoek gingen is waarschijnlijk niet helemaal toevallig. Het beleid van NWO is om jaarlijks minstens één van de vier premies buiten de bètawetenschappen te laten vallen. Vorig jaar werd die vierde premie niet uitgereikt wegens gebrek aan kwaliteit bij de voordrachten, dus wellicht dat NWO iets goed te maken had.

 

bron: NWO, UU

Onderwerpen