Een aantal animaties in een artikel van The Washington Post visualiseren hoe effectief de huidige maatregelen tegen SARS-CoV-2 – zoveel mogelijk binnen blijven en sociale aangelegenheden vermijden – zijn.

Sinds zondag 15 maart 2020 zit een groot deel van Nederland (en daarnaast ook België) tot 6 april ‘op slot’. School is in Nederland volledig afgelast, in België wordt aan de oproep kinderen niet naar school te brengen ook gehoor gegeven; alle Nederlandse horecagelegenheden moeten dicht; de overheid in Nederland en België roept op om als het kan zoveel mogelijk thuis te werken. Het zijn redelijk strakke maatregelen, maar zover als een quarantaine zoals in China gaan de overheden van de Lage Landen niet. En daar is een goede reden voor.

Op de website van The Washington Post verscheen een artikel met animaties die een besmettelijke ziekte – simulitis – in een samenleving nabootsen. Daarin vallen de verschillen te zien tussen de verschillende maatregelen die een overheid kan nemen.

Zonder restricties zie je dat de bevolking op exponentiële wijze met het virus besmet raakt, alvorens het aantal genezingen toeneemt. In dit model raakt iedereen besmet. Een simulatie van een quarantaine laat zien dat ook daar een flink aantal mensen besmet kan raken, omdat een quarantaine meestal doorbroken wordt en niet goed te hanteren is.

Beter is het houden van ‘sociale afstand’. Hierbij zijn er minder personen die de besmetting actief overdragen, omdat een groot deel van de bevolking stilligt. Hoe groter het immobiele deel, hoe minder (snel) besmettingen zich voordoen. Dit laat – ofschoon iets versimpelt – zien dat ‘sociale onthouding’ het best werkt in het bestrijden van (de verspreiding van) een virus.