Assay vergemakkelijkt zoektocht naar tegengif

In de VS is octrooi aangevraagd op een snelle en uiterst gevoelige ricine-assay. Je kunt hem gebruiken om de aanwezigheid van het gif aan te tonen maar vooral ook om potentiële tegengiffen uit te testen, zo meldt Vern Schramm (Albert Einstein College of Medicine, New York) in het komende nummer van Analytical Chemistry.

Ricine is een van de meest krachtige plantaardige toxines die bekend zijn. Een halve milligram is voor mensen al dodelijk, en een tegengif is tot nu toe nooit gevonden.

Het gif werkt in op ribosomaal RNA, de ‘eiwitfabriek’ van eukaryotische cellen. Het katalyseert een reactie die leidt tot verwijdering van één adenine-bouwsteen uit een essentiële lus van de RNA-keten. Het gevolg is dat de eiwitproductie stokt en de cel afsterft.

Schramms assay meet de vrijkomende hoeveelheid adenine. Dat gebeurt met behulp van twee enzymen, adenine fosforibosyltransferase (APRTase) en pyruvaat orthofosfaat dikinase (PPDK), die samen in staat zijn om adenine om te zetten in adenosinetrifosfaat (ATP). Die laatste stof was al eenvoudig aan te tonen door er het lichtgevende vuurvliegjes-eiwit luciferase aan te hangen.

Naar eigen zeggen is de onderzoeker verbaasd dat hij hier niet eerder op gekomen is.

De assay meet dus in feite niet de aanwezigheid van ricine, maar de activiteit er van. Dat betekent dat je hem ook kunt gebruiken om snel te testen of een potentieel tegengif die activiteit doet afnemen. Tot nu toe zijn daar moeizame lab-tests voor nodig.

Er wordt ook gedacht over gebruik van ricine als chemotherapie tegen kanker. Daarbij zou je het gif moeten koppelen aan antilichamen die specifiek tmoren opzoeken. Met de assay zou je kunnen bepalen of die aanpak werkt.

Maar Schramm denkt ook een variant te kunnen bouwen die geschikt is voor gebruik buiten het lab, bijvoorbeeld om alarm te slaan bij een bioterreuraanval.

bron: Albert Einstein College

Onderwerpen