Deense onderzoekers hebben E.coli zo ver gekregen dat zij hoge concentraties L-serine verdraagt. Nu kan ze dit aminozuur op industriële schaal gaan produceren, zo valt te lezen in het tijdschrift Metabolic Engineering.

Het zou kunnen betekenen dat serine eindelijk kan uitgroeien tot serieuze ‘groene’ chemische bouwsteen. Het aminozuur zit nu al in cosmetica als moisturizer, maar op papier is het is ook een prima uitgangspunt voor een hele reeks bulkproducten die nu nog uit aardolie worden gemaakt. Om op dit niveau concurrerend te kunnen zijn heb je echter een goedkope bacterie nodig die op grote schaal glucose rechtstreeks in L-serine omzet, en tot nu toe was het niet gelukt zoiets te kweken.

Bij zo’n bacterieel werkpaard denk je als eerste aan E.coli. Van nature maakt deze bacterie serine aan als bouwsteen voor haar eigen eiwitten. Maar als je door genetische modificatie de serineproductie opvoert, blijkt de overmaat toxisch te zijn.

Onderzoekers van het Novo Nordisk Foundation Center for Biosustainability in Lyngby hebben nu een E.coli-stam, die genetisch niet in staat was om L-serine af te breken, langzaam maar zeker laten wennen aan steeds hogere serineconcentraties in zijn voedingsmedium. Adaptive laboratory evolution, in vakjargon. Door de veranderingen in het bacteriegenoom te volgen, kregen ze meteen een idee van wat er nodig is om een bacerie serinetolerant te maken.

De meest tolerante coli, die 100 g/l serine in zijn omgeving kan hebben, is vervolgens genetisch verder gewijzigd zodat ze die serine ook zelf in grote hoeveelheden aanmaakt. Inmiddels haalt ze op eigen kracht 37 g/l, waarbij hij een kwart van de aanwezige glucose omzet in serine. Voor biotechbegrippen is dat een uitstekende prestatie.

Gewerkt wordt aan de oprichting van een spin-off die het proces commercialiseert.

bron: Technical University of Denmark