Minstens 597 eiwitten komen alleen voor in organismen die aan fotosynthese doen. Van ruim de helft is de functie nog totaal onduidelijk maar de kans is groot dat ze iets met die fotosynthese te maken hebben, stellen UCLA-onderzoekers in het Journal of Biological Chemistry.

De onderzoekers noemen hun lijstje de ‘GreenCut2’. Ze hebben het ontleend aan de genomen van 28 planten en groene algen, die ze op de computer vergeleken met het kern-DNA van andere soorten.

 

Planten beschikken gewoonlijk over de volledige set van 597. Dieren hebben er niet één. Organismen die gebruik maken van andere fotoreceptoren dan chlorofyl, zoals cyanobacteriën, rode algen en diatomeeën, hebben een deel van de collectie in de genen.

 

Iets meer dan de helft van de eiwitten op de lijst is aan te treffen in de chloroplasten, waar de fotosynthese plaatsheeft. De rest zit elders in de plantencel en is dus waarschijnlijk niet rechtstreeks bij de fotosynthese betrokken, maar wel bij metabole processen die op die fotosynthese volgen en specifiek zijn voor planten.

 

Dat er in het hele bekende plantenrijk weinig variatie in die eiwitten zit, doet bovendien vermoeden dat ze vrij essentieel zijn voor het plantenbestaan. Al is van 311 van de 597 nog niet bekend waar ze precies voor dienen.

 

bron: Carnegie Institution

Onderwerpen