In moedermelk van zowel Zweedse als Chinese moeders troffen Zweedse onderzoekers significante concentraties PFAS aan. Het gaat daarbij zowel om de ‘klassieke’ PFAS-verbindingen PFOS en PFOA, als de PFOS-vervanger F53-B.

Analyses die zich beperken tot de ‘klassieke’, oudere PFAS-verbindingen, zoals PFOS en PFOA, geven geen reeël beeld van het gecombineerde gezondheidsrisico van deze persistente groep verbindingen, stelt een publicatie van Jonathan Benskin van de Universiteit van Stockholm en zijn team in Environmental Science: Processes & Impacts.

De Zweedse onderzoekers analyseerden de moedermelk van respectievelijk dertig Chinese en tien Zweedse vrouwen (samples uit respectievelijk de periode 2010-2016 en 2016). Naast hoge concentraties PFOS en PFOA in melk uit beide regio’s troffen zij in de Chinese melk ook ‘extreem hoge concentraties’ van het PFOS-alternatief F53-B (hoofdcomponent: 9Cl‐PF3ONS) aan. In China zet de galvaniseringsindustrie F53-B al dertig jaar in als nevelonderdrukkingsmiddel; kortom het is geen recent alternatief voor PFOS.

Steeds meer alternatieven vinden hun weg naar de markt sinds autoriteiten het gebruik van de ‘eerste generatie’ PFAS aan banden zijn gaan leggen vanwege hun persistente, bio-accumulatieve en toxische eigenschappen. De daarmee groeiende lijst verbindingen en het wijdverspreide gebruik, draagt er aan bij dat er relatief weinig zicht is op de mate waarin wij blootgesteld worden aan deze alternatieven voor voornamelijk PFAS en PFOS. Ook is de vraag in hoeverre deze ‘korte keten’-PFAS-moleculen (≤C6) daadwerkelijk minder persistent zijn dan hun voorgangers (≥C7).

Het Zweedse team analyseerde met UPLC-MS de veertig samples op in totaal twintig PFAS-verbindingen. Het geringe aantal samples weerhield de onderzoekers er niet van om, naar eigen zeggen met goed fatsoen, een aantal conclusies te kunnen trekken. Zo domineerden in de drie steden waar de Chinese samples vandaan kwamen én in die uit Stockholm PFOS, PFOA en lange keten-PFCA (C9-C14). Het opvallende verschil was het hoofdbestanddeel van F53-B, 9Cl‐PF3ONS, dat de onderzoekers enkel aantroffen in de Chinese moedermelk.

Dat laatste is niet opvallend omdat F53-B enkel geproduceerd en gebruikt wordt in China zelf. Wat wel opviel, aldus de wetenschappers, was dat de concentraties ervan die van PFOS in sommige samples overvleugelden (bijvoorbeeld respectievelijk 976 pg mL−1 in Shanghai over 177 pg mL−1 in dezelfde stad). Volgens Benskin en collega’s duidt dit op extreme bio-accumalatieve eigenschappen van 9Cl‐PF3ONS.

In een artikel op ChemistryWorld stelt Benskin tot slot dat gezien de moeilijkheidsgraad van de analyses het zomaar zou kunnen dat er zich nog veel meer PFAS-verbindingen in moedermelk bevinden. In vervolgonderzoek wil hij non-target screening en totaalbepalingen van fluor inzetten om ook die tot nu toe gemiste fracties op te helderen.