Met een organomolybdeenchloridecomplex als katalysator kun je organische moleculen op een aantal nieuwe plaatsen voorzien van een trifluormethylgroep. En er zo mischien wel potentiële geneesmiddelen van maken, blijkt uit een Nature-publicatie van MIT-organicus Richard Schrock en Amir Hoveyda van Boston College.

Het gaat om een zogeheten metathesereactie, waarbij twee moleculen onderling een onderdeel ruilen. Het idee leverde Schrock in 2005 een gedeelde Nobelprijs op.

In dit geval wordt de trifluormethylgroep aangeleverd door Z-1,1,1,4,4,4-hexafluoro-2-buteen, een inerte verbinding die door de kunststoffenindustrie wordt ingezet als blaasmiddel voor isolatieschuim. De laboratoriumkwaliteit kost $ 295 per 5 gram maar als je het per kuub bestelt schijnt het een stuk goedkoper te zijn.

Voor een metathesereactie moet je beide deelnemende moleculen als het ware doorknippen, bij een dubbele C=C binding. Voor zover de auteurs kunnen nagaan, was dat met Z-1,1,1,4,4,4-hexafluoro-2-buteen nog nooit gelukt. Maar met hun molybdeen-monoaryloxidechloridecomplexen (de afbeelding toont de meest succesvolle variant) gaat het wel, en nog verrassend efficiënt ook.

Voorwaarde is wel dat bij het doelmolecuul de dubbele binding niet helemaal aan het uiteinde zit, maar een of twee C’s verderop. De reden voor die beperking is nog onduidelijk.

Achteraf is met dichtheidsfunctionaaltheoretische berekeningen vastgesteld dat de molybdeencomplexen ook in theorie werken.

In de praktijk bevatten heel veel synthetische geneesmiddelen fluor, en is de farmaceutische R&D tuk op het uittesten van fluorhoudende moleculen op uiteenlopende kwalen - high-throughput screening is uiteindelijk niet veel meer dan hele stoffenbibliotheken blind uittesten, en dan kan het geen kwaad als de inhoud van die bibliotheken zo kansrijk mogelijk is.

Om de mogelijkheden te demonstreren hebben Schrock en Hoveyda alvast een paar bestaande medicijnen voorzien van een trifluormethylgroep. Of dat iets uitmaakt valt eigenlijk niet te voorspellen, maar je weet nooit.

bron: MIT