Voor het eerst is een compleet absorptiespectrum beschikbaar voor methaan bij temperaturen tot 1.500 Kelvin. Dat zal een hoop extra informatie opleveren over bepaalde typen dwergsterren en exoplaneten, stellen de bedenkers in PNAS.

Eventueel kun je het ook gebruiken om te zoeken naar methaan als biomarker voor de aanwezigheid van Aarde-achtig leven op zo’n verre planeet, stelt eerste auteur Sergei Yurchenko (University College London) in een persbericht. In het PNAS-artikel wordt die niet onomstreden optie overigens alleen zijdelings gesuggereerd.

Tot nu toe moest de wetenschap het met zeer onvolledige spectra doen. Het probleem met methaan is dat boven de 1.000 K het aantal meetbare absorptielijnen in de miljarden gaat lopen, wat het lastig maakt om experimenteel een fatsoenlijk spectrum samen te stellen. En veel methaan in de ruimte ís warmer dan 1.000 K, vooral als het in de atmosfeer zit van bepaalde types bruine dwergsterren.

Het nu gepresenteerde ‘10to10’-spectrum is dan ook niet gemeten maar met supercomputers uitgerekend aan de hand van de vibratiemogelijkheden binnen de molecuulstructuur. Drie miljoen CPU-uren rekentijd leverde 9,8 miljard mogelijke spectraallijnen op in het verre tot nabije infraroodgebied, tweeduizend maal zo veel als in eerdere studies. Bij 1.500 K komt dat in de buurt van het complete meetbare spectrum.

Vergelijking met een spectrum van een methaanrijke bruine dwergster bevestigde dat de computervoorspelling dicht bij de waarheid moet zitten.

Laatste auteur Jonathan Tennyson vermoedt dat de hoeveelheid methaan in de ruimte tot nu toe zwaar is onderschat omdat men simpelweg niet wist welke spectraallijnen men er aan moest toeschrijven, en dat dit misverstand nu uit de wereld kan worden geholpen.

bron: University College London

Onderwerpen