CAR-T werkt efficiënter als je TOX-transcriptiefactoren uitschakelt, claimen Anjano Rao, Patrick Hogan en collega’s van het La Jolla Institute for Immunology in PNAS.

Die immuuntherapie werkt met gemodificeerde T-cellen die dankzij kunstmatige CAR-receptoren (hier lichtblauw) eiwitten op het oppervlak van kankercellen herkennen. Vervolgens laten ze er dodelijke enzymen (geel) op los. Bij leukemie en lymfoom lukt dit aardig, maar in solide tumoren raken de T-cellen vrij snel uitgewerkt. Eerder ontdekten de Californiërs dat de transcriptiefactoren NFAT en NR4A hierbij een rol spelen. Daar komen nu dus TOX en TOX2 bij: met zijn vieren decoreren ze de T-cellen met PD-1-receptoreiwitten die de immuunrespons onderdrukken. T-celkweekjes uit muizen zonder TOX-genen blijven inderdaad veel langer actief.