Minstens één erfelijke vorm van de spierziekte ALS wordt veroorzaakt door een ontregelde genetische expressie. Bij fruitvliegjes is het mechanisme nu alvast redelijk duidelijk, schrijven Erik Storkebaum en collega’s van de Radboud Universiteit in het Journal of Biological Chemistry.

Het slechte nieuws is dat het gen, dat je moet uitschakelen om die fruitvliegjes te redden, niet voorkomt in het menselijke genoom. Je mag hopen dat mensen een ‘homoloog’ gen hebben waarmee het ook werkt, maar er zijn minstens 27 genen die het zouden kúnnen zijn en het zal heel wat vervolgonderzoek vergen om er het juiste gen uit te pikken.

Het onderzoek betreft een vorm van ALS die bij mensen wordt veroorzaakt door mutaties in een zogeheten FET-eiwit. Daarvan hebben mensen er minstens drie, die sterk op elkaar lijken: FUS, TAF15 en EWSR1. Die laatste twee veroorzaken zelden problemen maar fouten in FUS veroorzaken 5% van alle gevallen van ‘familiale’, dus erfelijke ALS. Daarvoor is het voldoende dat één van beide kopieën van het gen niet meer werkt.

FET-eiwitten binden zowel DNA als RNA en kunnen zo de genetische expressie regelen. Mutaties in FUS leiden er meestal toe dat het eiwit dat laatste niet meer kán doen, simpelweg doordat het niet meer wordt binnengelaten in de celkern en noodgedwongen in het cytoplasma blijft hangen.

Fruitvliegjes hebben maar één FET-variant. Het bijbehorende gen heet cabeza, afgekort caz, en bij hen ligt het op het X-chromosoom. Mannelijke fruitvliegjes met dit gen worden nooit volwassen omdat ze de kracht niet hebben om uit de pop te kruipen. Vrouwtjes met één kapot caz-gen zijn wel levensvatbaar maar enigszins motorisch gestoord, wat je bij fruitvliegjes kunt aflezen uit de snelheid waarmee ze tegen de wand van een reageerbuisje op kruipen.

En die problemen blijk je gedeeltelijk te kunnen verhelpen door één van beide exemplaren uit te schakelen van een ander gen, genaamd Xrp1. De mannetjes ontpoppen dan wél, en de motorische problemen zijn nog wel merkbaar maar lang niet meer zo erg.

Het lijkt er op dat het uitvallen van caz de rem haalt van de expressie van Xrp1. De productie van het Xrp1-eiwit stijgt daardoor met een factor drie tot vier. Xrp1 bindt zelf ook aan DNA en beïnvloedt zo aantoonbaar de expressie van ruim 3.000 andere genen, en dát leidt kennelijk tot ALS-symptomen. Schakel één van beide Xrp1-genen uit en de productie blijft nog steeds te hoog, maar komt een stuk dichter bij het gezonde niveau.

Zoals gezegd hebben zoogdieren geen Xrp1-genen. De 27 genoemde kandidaten komen in aanmerking omdat ze exact dezelfde sequentie van negen aminozuren gebruiken om aan DNA te binden.

Maar het kan natuurlijk ook nog dat het bij mensen totaal anders werkt.

Bron: Radboud Universiteit, JBC