Als de spijsvertering van plantenetende dinosauriërs net zo werkte als die van het huidige rundvee, dan hebben die beesten fors bijgedragen aan het toenmalige broeikaseffect. Dat stellen Britse onderzoekers in het tijdschrift Current Biology.

Ze baseren zich op de hoeveelheid methaan die moderne herkauwers van achteren en van voren uitstoten. Eerder onderzoek suggereert dat de uitstoot in liters per dag gelijk is aan 0,18 maal het aantal kilo’s koe tot de macht 0,97. Voor een ruwe berekening achterop een bierviltje mag je van dat laatste gerust 1 maken.

Anderen hebben uitgerekend dat de populatiedichtheid van brontosaurussen ongeveer 42.000 kg per vierkante kilometer kan hebben bedragen als de dieren warmbloedig waren, anders hadden ze niet genoeg te vreten. Waren ze koudbloedig dan aten ze veel minder en kom je uit op 377.000 kg/km2.

Neem als mooi gemiddelde 200.000 kg/km2, dat zijn een stuk of 10 volwassen brontosaurussen. Dan kom je uit op 6,9 ton methaan per km2 per jaar. Neem je dan aan dat 75 miljoen vierkante kilometer (ongeveer de helft van het toenmalige landoppervlak) geschikt was voor die bronto’s, dan eindig je op 520 teragram methaan per jaar. Dat is ongeveer evenveel als de totale natuurlijke en menselijke methaanuitstoot anno 2012.

Met andere woorden: geen wonder dat het in het Mesozoïcum zo benauwd was.

Uiteraard staat dit optreden van brontosaurussen als ‘immense microbiële reactorvaten’, zoals de auteurs ze noemen, bol van de boterzachte aannames. Voor hetzelfde geld leek dino’s darmflora meer op die van een hedendaagse kangoeroe en kwam er nauwelijks methaan uit. Het staat niet eens vast dat de beesten herkauwers waren. En het aantal van gemiddeld tien van die grote beesten per vierkante kilometer lijkt rijkelijk hoog: dan kon een blinde T-rex zichzelf nog zonder moeite te barsten vreten.

Maar het geeft te denken.

bron: Cell Press

Onderwerpen