Obesitas is te bestrijden door de darmflora te verrijken met genetisch gemodificeerde bacteriën die korte metten maken aan het hongergevoel. Bij muizen werkt het alvast, schrijven Sean Davies en collega’s van Vanderbilt University in Tennessee in het Journal of Clinical Investigation.

Hun methode is gebaseerd op een groep hormonen genaamd N-acylfosfatidylethanolamines (NAPE’s). Normaal ontstaan die als de dunne darm vetten verwerkt. Ze worden vervolgens verknipt tot N-acylethanolamides (NAE’s) die diverse regelfuncties hebben, waaronder het onderdrukken van het hongergevoel in de hersenen vóórdat je te veel van die vetten binnenkrijgt. Een verstoring van dit regelmechanisme is één van de voor de hand liggende oorzaken van chronisch overgewicht.

De onderzoekers voorzagen dus een ongevaarlijke E.coli-stam van het gen At1g78690N uit de zandraket (Arabidopsis). Dat gen codeert voor een N-acyltransferase-enzym dat de vorming van NAPE’s katalyseert. Ze deden er ook nog een gen bij voor een fluorescent eiwit zodat ze konden volgen waar de bacteriën bleven.

Dienden ze de gemodificeerde bacteriën toe aan muizen, dan bleken die inderdaad minder vet aan te maken en minder in gewicht toe te nemen dan onbehandelde muizen.

Die toediening bleek gewoon via het drinkwater te kunnen. Na stopzetting ijlde het effect nog weken na en vond je ook nog steeds dat fluorescerende eiwit in de keutels, als bewijs dat de bacteriën zich inderdaad in de darmflora hadden genesteld.

Voor zover de onderzoekers konden waarnemen had het geen uitwerking op de gezondheid van de muizen; de gewichtsvermindering kwam dus in elk geval niet doordat de dieren doodziek van die bacteriën werden.

Belangrijk was ook dat het niet alleen werkte in combinatie met een vetrijk dieet. De onderzoekers hebben het tevens uitgeprobeerd met zogeheten TallyHo-muizen die van elk voer moddervet worden, en die hadden er ook baat bij.

Volgens de auteurs bewijst het in de eerste plaats dát je stoffen in therapeutische hoeveelheden kunt laten genereren door gemodificeerde darmbacteriën, als alternatief voor elke dag een pilletje.

Of er al plannen zijn om het op mensen uit te proberen is onbekend. Een struikelblok zou de dosering kunnen zijn: wat als iemand te veel van deze probiotica slikt en er anorexia-verschijnselen aan overhoudt?

bron: Journal of Clinical Investigation

Onderwerpen