Straks maken we onze keuzes niet langer op basis van onze intuïtie, maar op basis van algoritmes, aldus Yuval Noah Harari over onze toekomst. Historicus en futuroloog Harari is schrijver van de bestsellers Sapiens en Homo deus, die beide begin dit jaar uitkwamen in het Neder­lands. Die algoritmes voeden zich met big data en begrijpen onszelf en onze gevoelens straks beter dan wijzelf.

Bepalen algoritmes in de toekomst welke weg chemici met hun onderzoek inslaan? Wat de verbinding die ze voor zich op tafel hebben liggen aan praktische toepassingen kan opleveren? Ik kan me er niet direct iets bij voorstellen. Hoewel we steeds afhankelijker worden van de rekenkracht van computers om verder te komen in ons werk (lees meer daarover eind juni in C2W 12) blijft onze intuïtie onontbeerlijk.

Het is volgens Harari dan ook een geleidelijk proces. Gaandeweg gaan we meer en meer op algoritmes vertrouwen, bijvoorbeeld als we de snelste route naar ons werk kiezen, die afhangt van veel parameters, zoals wegopbrekingen en files. Daardoor schakelen we onze eigen intuïtie langzaamaan uit.

‘Oneindig combineren tot de praktijk’ gaat over de naar het lijkt schier oneindige mogelijkheden van chalcogenides. Toen ik het las, moest ik terugdenken aan mijn tijd als aio, waarin ik werkte aan kwantumdot-gebaseerde zonnecellen. In nanometerformaat verkregen chalcogenides als CdSe opeens lumineuze eigenschappen. Bijvoor­beeld in kwantum-computing, als kleurstof, in zonnecellen, als led… het zijn een paar van de potentiële applicaties die de papers ons toentertijd, en nu nog, voorspiegelen.

Tot de volgende generatie zonnecellen hebben kwantumdots het nog niet geschopt. Wél hebben deze nanodeeltjes een nieuwe versie van het tv-scherm opgeleverd, de QLED die Samsung begin dit jaar lanceerde. Het is in feite een good old lcd-scherm waarbij een kwantumdotfilm zorgt voor een vergroot kleurbereik en meer helderheid.

Het is een blauwdruk voor de weg die de fundamentele wetenschap bewandelt als ze ‘nieuwe’ verbindingen onderzoekt. Zouden algoritmes in staat zijn dit proces te versnellen of ons andere toepassingen aan te reiken? Alleen als wij ze ook zo weten te voeden – algoritmes werken (nog) niet op eigen houtje – en op ze durven te vertrouwen.

Onze intuïtie hebben we in de tussentijd des te harder nodig om de juiste beslissingen te maken, om computers op een goede manier te voeden. Wij schetsen het onderzoekskader, afhankelijk van tijd, geld en beschikbare technologische middelen. En wij beslissen of we iets onderzoeken vanuit praktisch of juist fundamenteel oogpunt. En dat alles met een vleugje algoritme, want dat we de computer moeten benutten waar mogelijk, ben ik voor nu wel met Harari eens.

Onderwerpen