Onschadelijke virusstam moet onderzoek vergemakkelijken

Amerikaanse onderzoekers hebben een niet-besmettelijke variant van het Ebola-virus gecreëerd. Hij moet het onderzoek naar antivirale middelen vergemakkelijken, zo melden ze deze week in PNAS.

Het idee is dat je het ‘veilige’ virus kunt bestuderen in een groot aantal laboratoria die aan het veiligheidsnveau BSL-3 of misschien zelfs BSL-2 voldoen. Het normale Ebola-virus is zo gevaarlijk dat er alleen in extra beveiligde BSL-4 labs mee mag worden gewerkt. Zulke voorzieningen zijn schaars, en dat geldt ook voor personeel met de bevoegdheid om er te werken. Bovendien werken de veiligheidsvoorzieningen vertragend op het onderzoek.

De groep van Peter Haffmann (University of Wisconsin-Madison) schakelde een van de acht genen van het virus uit. Omdat Ebola een RNA-virus is, moesten ze er hiervoor eerst een DNA-virusvariant van maken, die na uitschakeling van het gen weer naar RNA werd gekopieerd.

Het uitgeschakelde gen codeert voor het eiwit VP30, dat essentieel is voor de replicatie van het virus. Zonder het gen is het virus afhankelijk van een externe bron van VP30 om zich te kunnen voortplanten. Die bron wordt gevormd door apenlevercellen, die voor de gelegenheid eveneens genetisch zijn gemodificeerd.

Het resultaat is dat je in zo’n apenlevercelkweek naar hartelust Ebola-virussen kunt kweken die zich net zo gedragen als de ongemodificeerde variant. Maar als het virus uit het petrischaaltje ontsnapt, is het meteen machteloos. Experimenten bevestigen dat, in elk geval tot nu toe.

Nadeel van het systeem is dat je het gemodificeerde virus niet kunt gebruiken voor dierproeven. Maar je kunt wel het gedrag van het virs in vitro bestuderen, en eventuele vaccins uittesten.

Experts maken zich wel een beetje zorgen over het risico dat een terrorist zo’n gemodificeerde stam steelt uit een beperkt beveiligd lab, en er in slaagt om het VP30-gen weer te activeren.

bron: NatureNews, BBC News

Onderwerpen