Kakkerlakken laten zich verleiden door elkaars darmflora. Ze beschouwen de vluchtige metabolieten in hun ontlasting als feromonen, schrijven Amerikaanse onderzoekers in PNAS.

Ayako Wada-Katsumata, Coby Schal en collega’s van onder meer North Carolina State University verzamelden kak van grote aantallen Duitse kakkerlakken (Blattella germanica, de soort die ook in Nederland inheems is), extraheerden de vluchtige componentenen identificeerden die met gaschromatografie.

In normale kakkerlakkenkak vonden ze in totaal 40 vluchtige carbonzuren. Bij steriel gefokte, ‘axenische’ kakkerlakken bleken echter twaalf van die carbonzuren geheel afwezig, en waren de concentraties van 24 andere verwaarloosbaar.

Bekend is dat B.germanica het liefste in groepen leeft en dat de groei van onvolwassen exemplaren (nymfen) wordt versneld als er soortgenoten in de buurt zijn. De Amerikaanse experimenten bevestigen dat ze daarbij op die carbonzuren af gaan en zich zelfs door synthetische varianten laten foppen. Axenische kakkerlakken vinden ze dan ook een stuk minder aantrekkelijk.

Het kan dus niet anders of de darmflora is verantwoordelijk. Volgens de onderzoekers verklaart het meteen waarom kakkerlakken beschikken over zo’n breed spectrum aan feromonen: ze hebben de productie niet zelf in de hand en hebben dus evolutionair aan zo’n cocktail moeten wennen.

Het lijkt er trouwens op dat de samenstelling verschilt per kolonie, wat niet zo’n wonder is omdat eerder onderzoek leert dat de nymfen ter wereld komen met een zeer beperkte darmflora en meteen daarna worden gekoloniseerd door bacteriën uit hun omgeving.

En dát zou weer kunnen verklaren waarom bij eerder onderzoek naar die feromonen telkens andere stoffen naar boven kwamen als belangrijkste component.

De volgende vraag is of er ook een cocktail is te maken waar ze allemaal op reageren, teneinde daar kakkerlakkenvallen mee te vullen.

bron: PNAS, Nu.nl