Het belangrijkste medicijn tegen osteoporose blijkt de kans op atypische botbreuken te verhogen. Atypische breuken zijn rechte horizontale breuken die met geen of bijna geen letsel gepaard gaan.

Bisfosfonaten worden vaak voorgeschreven als medicijn tegen botontkalking. Deze stoffen verhinderen de resorptie van botten en voorkomen daardoor dat de botten broos worden. Maar bot wordt ook door het lichaam zelf afgebroken en weer opgebouwd om het bot te vernieuwen. Bisfosfonaten verhinderen ook deze natuurlijke degradatie.

 

Er waren al langer vermoedens dat bisfosfonaten de kans op de zeldzame atypische breuken verhogen, maar een groot onderzoek uitgevoerd aan de Linköping Universitet (Zweden) bevestigt deze hypothese. De resultaten van dit onderzoek zijn vandaag gepubliceerd in de New England Journal of Medicine. In dit onderzoek werd gekeken naar alle Zweedse vrouwen van 55 jaar en ouder die in 2008 hun dijbeen hadden gebroken, dit waren 12.777 vrouwen.

 

De onderzoekers bekeken de röntgenfoto’s van de 1.234 vrouwen waar de breuk onder de trochanter of in de schacht van het dijbeen zat. Daarvan waren er 59 atypisch, wat overeenkomt met zo’n 5%.

 

Bijna 78% van de vrouwen met een atypische breuk had bisfosfonaten gebruikt. Maar de onderzoekers vonden ook dat wanneer er werd gestopt met het gebruiken van bisfosfonaten het risico op zo’n breuk per jaar met 70% afnam.

 

Betekent dit nu dat bisfosfonaten niet meer als medicijn tegen osteoporose voorgeschreven zullen worden? Volgens seniorauteur Per Aspenberg is dit niet nodig: omdat atypische breuken zeldzaam zijn voorkomen bisfosfaten meer breuken dan ze veroorzaken.

 

Bron: Linköping Universitet

Onderwerpen