Trans-4,5-epoxy-(E)-2-decenal in ons bloed trekt niet alleen bloeddorstige predatoren aan, maar maakt ons tevens extra alert wanneer er bloed vloeit. Dat blijkt uit een studie in Scientific Reports.

De stof, voor het gemak afgekort als E2D, is mede verantwoordelijk voor de metaalachtige geur van bloed, en dat lijkt de reden dat men hem jaren geleden al op het spoor gekomen is. Hij ontstaat door peroxidatie van lipides, een chemische reactie waar alle zoogdieren genetisch toe in staat zijn. Het vermoeden bestaat dat ze ook allemaal E2D in hun bloed hebben zitten, al is het tot nu toe maar bij een paar daadwerkelijk vastgesteld.

Drie jaar geleden verscheen in PLOS One al een studie waaruit bleek dat E2D minstens vier roofdieren aantrekt: Siberische tijgers en wilde honden uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika. De verbinding werkte net zo goed als echt zoogdierbloed en alleen de Zuid-Amerikaanse begonnen na een aantal proeven door te krijgen dat ze werden bedonderd.

Postdoc Artin Arshamian, zowel verbonden aan de Radboud Universiteit als aan het Karolinska-instituut in Stockholm, heeft aan dat lijstje bloedliefhebbers nu de wolf en de stalvlieg toegevoegd. Maar hij probeerde E2D voor het eerst ook uit op twee prooidieren, namelijk de muis en de mens. En die blijken er allebei door te worden afgeschrikt, met als bijwerking dat ze extra alert worden.

Voor zover bekend is nooit eerder een molecuul ontdekt dat op zijn eentje, zonder steun van andere geurcomponenten, zo’n sterk effect op dieren heeft dat ook nog eens verschilt per soort.

Evolutionair gezien lijkt het echter niet onlogisch: voor roofdieren betekent bloed vooral dat er iets te eten is, voor prooidieren betekent het dat een collega-prooi beschadigd is geraakt en dus dat er gevaar dreigt.

bron: Radboud Universiteit, Scientific Reports