Biologisch afbreekbare, hernieuwbare verpakkingen zijn het milieuvriendelijkst wanneer je de biologische afbraak en de hernieuwing achterwege laat. Hergebruik van het materiaal is het beste, zo suggereert een vandaag gepubliceerd rapport van Wageningen UR Food & Biobased Research.

Voor dat hergebruik zou het aandeel van bioplastics in de verpakkingsindustrie dan wel een stuk groter moeten worden dan nu. Een marktaandeel van 5 procent is ongeveer het minimum om inzameling (bijvoorbeeld via het Plastic Hero-netwerk) aantrekkelijk te maken, zo schatten ze in Wageningen. Anders is het voor sorteerbedrijven te weinig om apart te houden.

Volgens de onderzoekers is composteren alleen de beste optie wanneer het verpakkingsafval heel veel achtergebleven voedselresten bevat, die de compost kunnen verrijken. Denk bijvoorbeeld aan zakjes saus. In alle andere gevallen is het voorlopig nog té onduidelijk welk deel van de koolstof daadwerkelijk in de compost terecht komt, en welk deel rechtstreeks het broeikaseffect versterkt. Vermoedelijk kun je het dan beter mét het overige huishoudelijke afval verbranden, en de geproduceerde warmte terugwinnen.

Een andere conclusie is dat de milieuwinst van hernieuwbare verpakkingen sterk afhankelijk is van de toepassing. Vormvaste verpakkingen (schaaltjes dus) voor verse groente en fruit scoren op de meeste punten beter dan alternatieven van traditionele aardolie-kunststof.

Maar afbreekbare vuilniszakken en plastic tasjes leveren nauwelijks winst op ten opzichte van gewoon polyethyleen, dat beter brandt en minder dik hoeft te zijn voor de gewenste sterkte.

Het onderzoek is verricht in opdracht van het voormalige ministerie van Landbouw. De achtergrond was dat biologisch afbreekbaar materiaal vooral wordt gebruikt om ‘biologische’ voedingsmiddelen te verpakken. De kopers van zulke producten staan van nature wantrouwend tegenover élk verpakkingsmateriaal, dus die moesten nodig gerust worden gesteld.

Dat is dan nét niet helemaal gelukt.

De onderzoekers tekenen er wel bij aan dat de techniek niet stilstaat, zodat het beeld over een aantal jaren veel duidelijker in het voordeel van hernieuwbare materialen kan uitvallen.

bron: Wageningen UR, De Telegraaf

Onderwerpen