Antibiotica verrijken de genenpool van bacteriofagen in de darm, en zorgen zo wellicht dat de darmbacteriën steeds beter tegen antibiotica kunnen. Wat niet erg hoeft te zijn omdat je het hier over nuttige bacteriën hebt, suggereert een publicatie op de website van Nature.

De truc is daarbij dat die fagen, virussen die bacteriën aantasten, inderdaad functioneren als een soort genetische buffervoorraad. Ze nemen genen over van de ene bacterie en dragen die weer over op een andere.

Synthetisch bioloog James Collins en collega’s van Boston University en Harvard hebben het experimenteel vastgesteld door muizen te behandelen met ciproflaxine of ampicilline. Na 8 weken isoleerden ze alle aanwezige fagen uit de keutels, isoleerden daar weer alle DNA uit en keken wat daar aan genen tussen zat.

Ongeveer 70 procent daarvan bleek niet voor te komen in de literatuur over het ‘fageoom’. En daar waren nogal wat genen bij waarvan bekend is dat ze bacteriën resistentie tegen ciproflaxine of ampicilline bezorgen. Kennelijk hadden de fagen die gescoord bij exemplaren die eral in geslaagd waren om die resistentie te ontwikkelen.

In hoeverre de fagen die resistentie vervolgens weer doorgeven aan andere bacteriën die die resistentie van zichzelf nog niet bezitten, wordt uit de publicatie niet duidelijk. Maar Collins laat er weinig twijfel over bestaan dat hij denkt van wel. Vervolgonderzoek zal moeten bewijzen of hij gelijk heeft.

bron: Nature

Onderwerpen