Tot voor kort dacht ik dat de rol van cto, chief technology officer, was voorbehouden aan iemand in het bedrijfsleven. Maar ook menig metropool trekt tegenwoordig een cto aan; in dat geval om stedelijke vraagstukken te laten oplossen met slimme technologie.

In Nederland deed Amsterdam dit in 2014 als eerste. Technologie inzetten om onze steden slimmer te maken ten behoeve van de leefbaarheid klinkt als een logische stap. Maar hebben we daarvoor wel genoeg aan die paar cto’s?

Allereerst: wat kan technologie bijdragen? Een greep uit deze C2W-editie: het Holst Centre zet in op een goedkope, veelzijdige ionensensor waarmee je onder meer de waterkwaliteit kunt monitoren. De UGent werkt aan een test om chronische leverziektes tijdig te kunnen ondervangen en Wageningen University & Research richt de laterale flowtest (bekend van de zwangerschapstest) opnieuw in. Het team UAntwerpen/KU Leuven vangt potentieel twee vraagstukken in een: hun fotoelektrochemische cel zuivert niet alleen vervuilde lucht, maar oogst ook waterstof.

De een is nog op labformaat, de ander staat klaar om de markt te veroveren. Steeds meer ‘moderne monitoren’ weten hun weg naar onze straten te vinden. Tegelijkertijd moeten we oppassen voor te hooggespannen verwachtingen, aldus ook Jamie Cudden, smart city program manager van Dublin, op emerce.nl. ‘Natuurlijk kun je iedere vuilnisemmer in de stad ombouwen tot wifi-hotspot of milieusensor, maar de kosten die daarmee samenhangen zijn enorm. Veel techbedrijven schatten dat totaal verkeerd in. Daarnaast ontbreekt het aan technische standaarden.’

Dit lijkt mij de uitnodiging aan beleidsmakers, cto’s van steden en bedrijven én onderzoekers om in een vroeg stadium de tekentafel met elkaar te delen en daarnaar terug te keren als de praktijk weer eens weerbarstig blijkt – aan het potentieel van de technologie zal het niet liggen. En vergeet de burger niet. Onder het mom van citizen science hebben we allemaal een rol te vervullen in het meten van onze leefbaarheid; je smartphone heb je toch al 24/7 bij de hand en met opzetstukjes kun je die heel eenvoudig omtoveren tot meetinstrument. Maar om dat daadwerkelijk te laten slagen, moeten we de technologie wel zo vormgeven dat íedereen ermee kan omgaan.

‘Lab in eigen hand’ op de cover van deze editie verwijst in eerste instantie naar wetenschappers zoals Moniek Tromp en Michael Ponomarenko die technologieontwikkeling zelf ter hand nemen. Maar de tekst doelt net zo goed op onze tweede vaste rol naast die van burger: die van ere-cto.