Arnon is onderzoeker en oprichter van Solarfoil, een bedrijf dat samen met de Universiteit van Amsterdam technologie ontwikkelt om zonlicht efficiënter te gebruiken in de tuinbouw.

Wat probeert Solarfoil te bereiken?

‘Planten gebruiken niet al het zonlicht even efficiënt. We ontwikkelen een product dat het zonlicht omzet naar een spectrum waarmee ze efficiënter groeien, waardoor de tuinder effectiever kan werken. Welk spectrum je nodig hebt, hangt van de plant af. Je wilt bijvoorbeeld dat een tomaat meer vruchten produceert, of voedzamere of smaakvollere vruchten. Of sla harder laten groeien. Sier- en potplanten moeten juist mooi zijn, dus compacter zijn of meer bladeren. Dat kun je met licht sturen, maar dat gebeurt nog niet.’

Waarom koos je voor dit onderzoek?

‘Ik deed een PhD aan de UvA op het gebied van experimentele natuurkunde. Dar onderzocht ik fundamentele eigenschappen van nanomaterialen en hoe ze interacteren met licht. Aan het einde ging ik samenwerken met biologen om licht zo aan te passen dat algen kunnen groeien. Als je dat concept breder trekt, werkt het ook op planten. Bij glas- en tuinbouw kun je de meeste impact hebben. Ik vind het mooi om een directe toepassing te ontwikkelen met mijn onderzoek, in plaats van dat ik meteen de datawetenschap in ga. Ik vind het vooral heel leuk en ik wil kijken hoe ver ik hier mee kom.’

Wat voor rekwisiet heb je meegenomen?

‘Dit stuk folie bevat perovskietnanodeeltjes. Het zijn deeltjes die een interactie kunnen aangaan met licht en je kunt de eigenschappen goed sturen. Het grootste probleem met perovskietzonnecellen is dat ze in het zichtbare licht werken, niet in het infrarode licht. Dat geeft ons de vrijheid om in dat gebied iets voor de plant te ontwikkelen. De ene plant wil meer blauw licht, de andere meer rood. Daarnaast mag voedsel niet te duur zijn en perovskieten zijn makkelijk en goedkoop te maken. Het moet uiteindelijk kosteneffectief zijn en iets opbrengen voor de tuinder.’