Als eerstejaarsstudent wordt je overspoeld met nieuwe ervaringen en mensen. De vier tweedejaars­studenten Christine Vantomme, Thomas Pakken, Jana van Hoey en Paul Bokslag vertellen achtereenvolgens hoe ze dit jaar hebben beleefd en geven advies voor aankomende eerstejaars.

Christine Vantomme (20), tweedejaars chemie, Universiteit Antwerpen.

‘Je moet je wel blijven amuseren’

‘Het eerste studiejaar was voor mij echt een hele openbaring. Dat je ineens continu bezig mag zijn met iets wat je echt interesseert, vond ik heel bijzonder. In het begin was ik zeer onder de indruk van alle hoorcolleges en de ontzettend leuke dingen die we tijdens practica mochten doen. Die proeven waren een mooie onderbreking van het zitten en luisteren, en ik leerde er enorm veel van. Daarnaast was ik ook nog meteen op kot gegaan, dus had ik de vrijheid om mijn dag in te delen zoals ik zelf wilde en mijn eigen potje te koken. Heerlijk!

Ik weet nog goed dat ik mijn eerste tentamen heel moeilijk vond. Het was algemene chemie 1 en ik kreeg ongelofelijk veel lesstof over me heen die ik in een maand uit mijn hoofd moest leren. Ik wist echt niet hoe ik dat voor elkaar moest krijgen. De ochtend van het tentamen was ik enorm misselijk, ik heb nog nooit zo veel stress gehad. Maar achteraf was dat helemaal niet nodig, ik heb het tentamen gewoon in een keer gehaald. En gelukkig raakte ik na een tijdje wel gewend aan alle indrukken en kon ik beter omgaan met al die lesstof.

Gedurende het jaar heb ik wel geleerd om mijn vakken bij te houden en niet alles uit te stellen tot het einde van het blok, dat scheelt veel stress. Maar je moet je wel blijven amuseren. Ik ben zelf bijvoorbeeld bij een studentenclub gegaan en heb daar veel nieuwe mensen leren kennen. Je studententijd is de mooiste tijd van je leven, dus geniet vooral van je vrijheid.’

 

Thomas Pakken (19), tweedejaars chemie, NHL Stenden.

‘Het eerste jaar ging me best makkelijk af’

‘Voor ik ging studeren heb ik veel open dagen en meeloopdagen bijgewoond om me voor te bereiden. Dat is een goede manier om te ontdekken wat je leuk vindt en of de opleiding bij je past. Dus er waren eigenlijk geen verrassingen meer, ik had al een goed beeld van de opleiding voor ik begon.

Eenmaal op het hbo ging het eerste jaar me best makkelijk af. Een van de redenen dat ik voor de NHL Stenden heb gekozen is dat je het eerste half jaar zowel chemie als biologie en medisch laboratorium­onderzoek krijgt. Maar vooral tijdens de practica merkte ik wel dat ik scheikunde echt veel leuker vond. Hoewel we eigenlijk maar één echt organisch experiment hebben gedaan, de synthese van aspirine, denk ik dat ik meer die kant op wil. Analyse is ook wel interessant om een keer uit te voeren, maar synthese vind ik het leukst.

Ik denk dat het wel helpt dat ik redelijk wat discipline heb. Ik maak mijn huiswerk vaak wel pas een dag van tevoren, maar ik zorg ervoor dat ik het af heb voor ik andere dingen ga doen. En het is volgens mij ook erg belangrijk om gewoon op te letten in de les. Dat is bij ons niet moeilijk, de docenten zijn geweldig en leggen ontzettend goed uit. En ze willen heel veel tijd aan je besteden, maar dan moeten ze wel zien dat jij je echt inzet voor je opleiding.’

 

Jana van Hoey (20), tweedejaars chemie, AP Hogeschool Antwerpen.

‘Veel dingen waren nieuw voor me’

‘Ik heb lang getwijfeld over mijn studiekeuze. Het is toch een keuze die een belangrijk deel van je toekomst bepaalt, dus nam ik het heel serieus. Uiteindelijk ben ik heel blij dat ik chemie ben gaan studeren, al vond ik het best moeilijk. Ik had geen wetenschappelijke vooropleiding, dus veel dingen waren nieuw. Bijvoorbeeld organische chemie, dat is echt een struikelblok binnen onze opleiding en ik had daar nog nooit iets van gezien. Maar toen we er eenmaal mee bezig waren, vond ik het heel fascinerend en interessant. Ik ben dan ook bijna zeker dat ik als afstudeerrichting chemie ga doen, en niet biochemie of procestechnologie.

Wat mij ook heeft geholpen om het jaar door te komen was het monitoraat. Dat is geen vak, maar ingeroosterde uren waar je als eerstejaarsstudent vrijwillig naartoe kunt gaan. Tijdens die uren zit een lector klaar om je te helpen met al je vakken of verslagen. Ik ging daar altijd naartoe, omdat ik van tevoren wist dat het eerste jaar moeilijk zou worden. Maar ik was gemotiveerd om het te halen, en dat is ook heel belangrijk.

Zorg er als aankomende eerstejaars voor dat je iets studeert wat je echt leuk vindt. Volg je hart, ook al denk je misschien dat je de lat voor jezelf te hoog hebt gelegd. Als je doorzettingsvermogen toont en ergens voor de volle honderd procent voor gaat, kun je volgens mij altijd je doel
bereiken.’

 

Paul Bokslag (21), tweedejaars scheikunde, Universiteit Utrecht.

‘Ik werd gek van al die wiskundige bewijzen’

‘Ik dacht heel lang dat informatica echt mijn ding was. Daarom schreef ik me zonder veel verder te kijken in bij de opleiding technische informatica aan de Technische Universiteit Eindhoven. Maar toen ik eenmaal was begonnen, bleek dat het helemaal niet zo leuk was. We moesten bij alle vakken steeds weer dezelfde concepten toepassen. Ik werd gewoon gek van al die wiskundige bewijzen, en wilde meer praktisch bezig zijn. Dus ben ik na een half jaar gestopt en overgestapt naar een studie scheikunde in Utrecht.

Het eerste jaar was echt een verademing. Natuurlijk waren niet alle vakken even leuk, zo heb ik niet veel met biochemie, maar ik heb ontzettend veel geleerd. Vooral tijdens de practica. Bij het eerste project mochten we zelf een esterverbinding kiezen, karakteriseren en proberen te maken. Zoveel vrijheid beviel me wel, al lukte natuurlijk niet alles meteen. Je moet echt wel goed oefenen met het praktische werk om een bepaald inzicht te krijgen.

Volgens mij is het als eerstejaarsstudent vooral belangrijk om nieuwsgierig te zijn en vragen te blijven stellen. Dat doe ik eigenlijk nog steeds wel, want het is de beste manier om te leren. En je moet niet bang zijn dat anderen je veroordelen omdat je vragen stelt, geen enkele vraag is te dom. Zo had ik in het begin best wel moeite met eenheden omrekenen. Dat is echt de basis, maar als ik het niet had gevraagd, had ik het misschien nooit begrepen.’