Prof.dr. Wim Nieuwpoort is in mei negentig jaar geworden, Marjolein de Jager is in september 2020 begonnen met haar promotieonderzoek. Allebei houden ze zich bezig met computationeel onderzoek. Hoe kijken beide generaties naar hun studie en de computationele wetenschap?

HV_20210623_2100

Wim Nieuwpoort

Beeld: Henk Veenstra

Eigenlijk is het best toevallig dat Nieuwpoort in de scheikunde belandde, vertelt hij. ‘Ik had gedurende de Tweede Wereldoorlog in Indonesië vier jaar geen school gehad en was daarna nog twee jaar in militaire dienst was geweest. Daardoor was ik al wat ouder toen ik mijn school afrondde, eigenlijk wilde ik niet verder studeren. Door mijn scheikundige oom ben ik in 1953 ‘scheikunde & natuurkunde’ gaan studeren in Amsterdam.’

Nieuwpoort vond het meteen erg leuk. ‘Al was het wel ongestructureerd, niemand controleerde je voortgang. Practica waren soms een poppenkast. Bij het analytisch-chemisch practicum kreeg je bijvoorbeeld een poedertje en je moest uitzoeken wat er inzat. Als je dacht dat je het wist, ging je naar de assistentenkamer en kreeg je te horen of dat klopte. Zo niet, dan schudden ze hun hoofd en kon je zonder toelichting een nieuwe poging doen.’

Ook waren er tentamens, die hij moest aanvragen bij een secretaresse en vaak mondeling werden afgenomen. Nieuwpoort: ‘Het kabbelde bij mij wel voort. Eind 1959 ben ik met lof afgestudeerd en vertrok ik naar de VS.’

Marjolein de Jager 2021 07 23-008

Marjolein de Jager

Beeld: Ivar Pel

Samenwerken

De colleges en practica van De Jager, zo’n zestig jaar later, waren volstrekt anders en gestructureerd in blokken, met elk kwartaal een afsluitend tentamen. ‘Bij practica werkte je in duo’s met vaak een heel duidelijke handleiding’, vertelt ze. ‘De docent en meerdere assistenten waren aanwezig voor vragen en feedback. Iedereen kon het in principe goed afronden.’

De Jager herinnert zich de waarschuwingen voor ze aan haar opleiding begon: het zou een moeilijke studie zijn en hoge cijfers op je eindexamen betekenden niet automatisch dat alles je makkelijk af zou gaan. ‘Gelukkig viel het mij mee en kon ik mooie cijfers halen op de universiteit. Daarbij had ik een vast groepje met wie ik samen aan opdrachten werkte. Als je er even niet uitkomt, wat heel frustrerend kan zijn, is er altijd wel iemand die wat in kan brengen. Dat maakt studeren een stuk makkelijker en leuker.’

Laat je niet ontmoedigen door een onvoldoende of onenigheid met je begeleider

Wim Nieuwpoort

 

Twijfels

Als gepensioneerd hoogleraar is Nieuwpoort nog steeds betrokken bij de theoretical chemistry-groep aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij vertelt dat een studententijd eigenlijk niet kan zonder tegenslagen. ‘Laat je niet ontmoedigen door een onvoldoende of onenigheid met je begeleider. Als je het echt wilt, dan kom je er met voldoende zelfvertrouwen doorheen. Probeer bij twijfels altijd na te gaan of die terecht zijn, of niet.’

Het matchingproces heeft De Jager geholpen bij haar studiekeuze, vertelt ze. ‘Ik overwoog biomedische wetenschappen en natuurkunde. Door de matchingdagen met een college, werkcollege en een toets, wist ik dat ik natuurkunde wilde studeren, daar werd ik veel enthousiaster van.’

Het mooie van computationeel werken is dat je zelf de touwtjes in handen hebt

Marjolein de Jager

Op de grens

Inmiddels werkt De Jager als PhD-studente in de Soft Condensed Matter-groep aan de Universiteit Utrecht, waar ze ook met chemici samenwerkt. Ze simuleert colloïdale deeltjes onder invloed van temperatuur en druk. Ze probeert de kristallisatie te beïnvloeden, onder andere door te zoeken naar patronen in de vloeistof. ‘Het mooie van computationeel werken is dat je zelf de touwtjes in handen hebt en daarmee een eerste stap kunt zetten naar een nieuw systeem. Je hebt de vrijheid om de grenzen van de mogelijkheden op te zoeken.’ Nieuwpoort voegt daaraan toe: ‘Het is een soort macht die je hebt, je kunt bijvoorbeeld gekke dingen proberen die normaal gesproken veel tijd kosten of zelfs niet kunnen.’

Bovendien zien beiden veel toegevoegde waarde in de wisselwerking die ontstaat: het resultaat van computationeel onderzoek kan nieuwe inzichten bieden voor experimenteel onderzoek, en andersom.

Een artikel over het begin van de theoretische en computationele chemie lees je hier.