Het effect van de pandemie op de werkgelegenheid voor jonge chemici en life scientists

Heeft de coronacrisis effect (gehad) op net afgestudeerde studenten in hun zoektocht naar werk? Uit een niet-statistisch verant­woorde steekproef onder het veld blijkt dat studenten doorgaans nog steeds prima een baan vinden.

Emiel Ongenae (23), in juni afgestudeerd als chemicus aan de Universiteit Gent, vermoedt dat de schade van de coronacrisis beperkt is voor de huidige afstudeerders. ‘Wel denk ik dat ik zonder de crisis vlotter een baan zou hebben gevonden.’ Ongenae startte al in maart met rondkijken voor een geschikte job en is nog steeds op zoek. ‘In tegenstelling tot veel van mijn studiegenoten ligt mijn ambitie niet bij een doctoraat, maar in het bedrijfsleven.’

Hoe zijn de kaarten geschud?

Volgens Ongenae richtten bedrijven zich tijdens de eerste maanden van de crisis vooral op interne zaken en daarmee niet op mensen werven. ‘Effectief lijken bedrijven pas weer sinds september de draad te hebben opgepakt, mede door de verlof­periodes in de zomerperiode. Het goede nieuws is dat ze dus nog steeds mensen nodig hebben.’ Ondertussen heeft de chemicus meerdere sollicitaties lopen en is hij positief gestemd over zijn toekomst.

Stijn Evens (23), die voor de zomer afstudeerde aan de Universiteit Hasselt in de klinische biomedische wetenschappen, raakte via zijn stage aan zijn eerste job. ‘Ik werk sinds juni als klinisch projectcoördinator voor het healthcarebedrijf FibriCheck.’ Maar niet al zijn medestudenten hadden evenveel geluk. ‘Niet iedereen die dat ambieerde, slaagde erin een doctoraat te kunnen starten’, vertelt Evens. ‘En van mijn medestudenten die, net als ik, in het bedrijfsleven aan de slag willen, hoor ik dat er een aantal van hen moeilijkheden ervaren om aan een eerste job te geraken. Meerdere bedrijven lijken hun budgettering voor nieuwe krachten omlaag geschroefd te hebben vanwege de economisch onzekerdere tijden.’

‘Het goede nieuws is dat ze nog steeds mensen nodig hebben’

Voor FibriCheck zijn de kaarten nu juist goed geschud, stelt Evens. ‘Wij leggen ons toe op de digitale gezondheidszorg, en de meerwaarde daarvan wordt juist in deze crisis extra zichtbaar.’ Ook voor Mathias Meyvis (24), afgestudeerd in de professionele bachelor chemie aan de Antwerpse AP Hogeschool, pakte zijn stage positief uit. ‘Ik kon naderhand als procestechnoloog bij BASF aanblijven. Maar een studiegenoot van mij zag zijn net getekende contract bij een groot chemisch concern alsnog ingetrokken worden vanwege de slechtere economische prognoses.’ Dat neemt niet weg dat een wisselende markt voor verschillende onderdelen van de chemie en life sciences natuurlijk niet iets specifieks is voor deze coronatijd.

Nabije toekomst en kansen

Thomas Cleij, decaan van de faculty of science and engineering aan de Universiteit Maastricht, stelt dat het eigenlijk te vroeg is om iets zinnigs te kunnen zeggen over een mogelijk effect van de pandemie op de werkgelegenheid voor jonge chemici en life scientists. ‘Wat gaat de economie op de langere termijn doen? En belandt de chemie- en life sciences-industrie daardoor in een crisis óf gaan we massaal inzetten op duurzaamheid en stijgen de banenkansen van onze studenten alleen maar?’

Wesley Browne, hoofd van het departement moleculaire anorganische chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), ziet nu al meer banenkansen, zeker in de hoek van de synthetische chemie. ‘Bedrijven nemen momenteel minder buitenlandse werknemers aan, waardoor de kansen voor onze jonge mensen stijgen.’ Aan de RUG kiezen overigens de meeste masterstudenten voor een promotie en die trajecten staan – vooralsnog – niet onder druk. Dit laatste gaat ook op voor de studenten van de UGent, zo beschrijft decaan Isabel Van Driessche. ‘Op deze korte termijn zie ik evenmin een dramatisch effect. Op de middellange termijn zou er wel een afwachtende houding vanuit de industrie en/of de overheid kunnen ontstaan. En dan is het doorgaans het fundamentele, niet-marktgerichte onderzoek dat als eerste sneuvelt.’

Theoretische stages

Aan de AP Hogeschool zag opleidingshoofd chemie Els Van Eyken, net als haar collega’s bij andere onderwijsinstellingen, wel een duidelijke impact van de coronamaatregelen op de praktijkstages. Studenten kwamen in de lockdown thuis te zitten en moesten in het slechtste geval hun stage afronden binnen een theoretisch kader. Van Eyken sprak in deze tijd met diverse bedrijven in de procestechnologie over de gevolgen. ‘Het werkveld is zich ervan bewust dat het de huidige lichting studenten in sommige gevallen bepaalde competenties nog verder moet bijbrengen. Tegelijkertijd zie je dat de sector nog steeds behoefte heeft aan afstudeerders. De chemische sector is kortom nog steeds een betrouwbare werkgever.’