Eindelijk is duidelijk waarom sommige kunstmatige zoetstoffen elkaars bittere bijsmaak opheffen. Ze blokkeren simpelweg elkaars bitterreceptoren, melden Duitse onderzoekers in Cell Chemical Biology.

Maik Behrens en collega’s hebben het vastgesteld voor de combinatie van saccharine en cyclamaat, waarbij dit effect al in 1955 werd waargenomen zonder dat iemand er iets van begreep.

Het blijkt er op neer te komen dat cyclamaat werkt als inhibitor voor twee bitterreceptoren die door saccharine worden geactiveerd: TAS2R31 en TAS2R43. Er is maar zo weinig cyclamaat voor nodig dat je de bijsmaak van die zoetstof sowieso niet zult proeven. Dat neemt echter niet weg dat vervolgexperimenten lieten zien dat saccharine op haar beurt TAS2R1 blokkeert, een bitterreceptor die reageert op cyclamaat.

Het zal wel te maken hebben met het feit dat cyclamaat en saccharine (respectievelijk links en rechts op het plaatje) qua vorm sterk op elkaar lijken. Kennelijk passen de moleculen wel op elkaars bitterreceptoren, maar onvoldoende strak om die dan ook te activeren. Om exact vast te stellen wat er op moleculaire schaal gebeurt zul je waarschijnlijk 3D-structuren van die bitterreceptoren moeten gaan bepalen, met de zoetstoffen er in geklemd. Maar die uitdaging laat de onderzoeksgroep graag aan een ander over, om te beginnen omdat ze er de spullen niet voor in huis heeft.

De volgende vraag is of het met meer combinaties van zoetstoffen zo werkt. Voor zover bekend heeft de mens 25 verschiillende TAS2R-bitterreceptoren. De Duitsers hopen ooit de activerings- en inhibitieprofielen van alle 25 in kaart te krijgen, om zo te kunnen voorspellen welke blends het beste werken.

bron: Cell Press