Aan het DNA in een tumor kun je aflezen of hij is veroorzaakt door ioniserende straling. Mogelijk maakt dat uit voor de behandeling, schrijven onderzoekers van het Wellcome Trust Sanger Institute in Nature Communications.
Dat gamma- en röntgenstraling of radioactieve deeltjes consequent dezelfde soort schade aan DNA veroorzaken, zegt mogelijk ook iets over het mechanisme achter die schade.
Om precies te zijn vonden Peter Campbell en collega’s twee soorten schade die typisch lijken voor blootstelling aan straling: ‘balanced inversions’, waarbij een stuk dubbele spiraal wordt losgeknipt en achterstevoren op zijn plek teruggezet, en ‘small deletions’ waarbij 1 tot 100 basenparen helemaal wegvallen.
Die schade staat helemaal los van het type tumor, en van de DNA-mutaties die daar spectifiek voor zijn.
Ze komen tot die conclusie na bestudering van het DNA van twaalf ‘secundaire’ tumoren, die zo te zien het directe gevolg waren van bestraling van een andere tumor die er vlak naast zat. Ze vergeleken het met DNA uit 319 tumoren die, voor zover ze konden nagaan, niets met straling te maken hadden. Dan zie je dat het DNA van een stralingstumor gemiddeld 201 extra deleties bevat, netjes verspreid over het genoom.
Balanced inversions zijn zeldzamer. Maar onder natuurlijke omstandigheden zie je die zo goed als nooit: statistisch gezien moet het DNA hiervoor op iets te veel plekken tegelijk worden verknipt. Dat steunt de hypothese dat straling zó veel breuken tegelijk veroorzaakt dat natuurlijke reparatiemechanismes het niet kunnen bijbenen.
De conclusies werden bevestigd dankzij een patiënt met uitgezaaide prostaatkanker: na bestraling was de typische stralingsschade wel in de primaire tumor te zien maar niet in de uitzaaiingen.
De auteurs tekenen er overigens bij aan dat de waargenomen stralingsschade eigenlijk vrij gering was, als je het vergelijkt met de schade door roken of zonlicht. Dat doet vermoeden dat radiotherapie wel de kans op een secundaire tumor vergroot, maar dat er veel meer mis moet gaan om er daadwerkelijk eentje te laten ontstaan. Dat die secundaite tumoren maar heel zelden optreden, en vaak pas jaren na de bestraling, is dus niet meer dan logisch.
bron: Wellcome Trust Sanger Institute
Nog geen opmerkingen