Zwarte truffels (Tuber melanosporum) ontlenen hun specifieke smaak niet aan de micro-organismen in de bodem waarin ze groeien, maar puur aan hun eigen genen. Dat concludeert een Europees onderzoeksteam dat het volledige genoom van deze schimmelsoort heeft achterhaald.

Uit hun publicatie in Nature valt op te maken dat het truffelgenoom 125 miljoen basenparen omvat, maar dat daar slechts 7.500 eiwitcoderende genen bij zitten.Daar komt de schimmel mee weg doordat hij een symbiont is die een deel van zijn voedingsstoffen onttrekt aan de wortels van eikenbomen. Genen om de celwanden in die wortels af te breken functioneren dan ook opvallend goed.

 

Er zitten ook genen bij die coderen voor enzymen die aminozuren afbreken, en voor metabole routes die zwavelhoudende verbindingen opleveren. Alles bij elkaar moet dat genoeg zijn om de truffel op smaak te brengen. Eerder isgedacht dat daar micro-organismen voor nodig waren die specifiek zijn voor de regio waar de truffel groeit, met name de Périgord in het zuiden van Frankrijk.

 

Het commerciële nut van het genoom schuilt echter vooral in de mogelijkheid om er een paar duizend biomarkers uit te halen die de genetische herkomst van een truffel eenduidig aangeven. De Fransen hopen zo een eind te maken aan de massale fraude met goedkope Chinese truffels, die sprekend lijken op de Franse maar in werkelijkheid behoren tot een andere soort.

 

bron: naturenews

Onderwerpen