In Wageningen zijn synthetische eiwitten ontworpen die zich gedragen als de manteleiwitten van een virus. Je kunt er DNA in verpakken voor gentherapie, zo wordt gemeld in Nature Nanotechnology.

Nu gebruikt men als verpakkingsmateriaal nog natuurlijke virussen, die onschadelijk gemaakt zijn. Of zouden moeten zijn. Het grote voordeel van een synthetisch alternatief zou moeten zijn dat je zeker weet dat het geen kwaad kan.

Het nu gepresenteerde eiwit, een coproductie van Wageningse, Eindhovense, Leidse en Nijmeegse onderzoekers, bestaat uit drie blokken. Het eerste daarvan bestaat uit 12 lysinebouwstenen, die zich via elektrostatische interacties kunnen binden aan een willekeurig stuk DNA.

Het tweede zorgt voor de zelfassemblage. Het bestaat uit minstens tien octapeptides waarvan de sequentie (glycine-alanine-glycine-alanine-glycine-alanine-glycine-glutamine) doet denken aan het hoofdmotief van natuurzijde. Het vouwt zichzelf op tot een star stukje vezel dat zich zijdelings aan identieke stukjes kan binden.

Het derde blok kan variëren. Bij de huidige proeven was het een tamelijk willekeurige sliert van zo’n 400 hydrofiele aminozuren die alleen maar moest voorkomen dat de virusdeeltjes gingen klonteren. Maar je zou er ook sequenties in kunnen verwerken die specifiek aan een bepaald celtype binden.

Vermeng je het eindresultaat met DNA, dan hechten de lysine-uiteinden zich daaraan. De middenblokken gaan vervolgens naadloos tegen elkaar aan liggen en vormen een beschermende laag rond de inhoud. Onder de microscoop ziet het er ook echt uit als een staafvormig virus.

Behalve voor gentherapie zou je die identieke staafjes ook kunnen gebruiken als bouwsteen voor biomaterialen, besluiten de auteurs.

bron: Wageningen UR, Nature Nanotechnology