Met een koud plasma kun je onverzadigde plantaardige vetten gedeeltelijk hydrogeneren zonder dat transvetten ontstaan als nevenproduct. En vergeleken met traditionele processen kost het nog de helft minder energie ook, melden onderzoekers van Purdue University in het tijdschrift Innovative Food Science & Emerging Technologies.
Dat hydrogeneren of ‘harden’ zet vloeibare vetten om in vaste stoffen, wat voor bepaalde toepassingen essentieel is. Chemisch gezien vervang je de dubbele bindingen uit de koolwaterstofketens door twee extra waterstofkernen. Naast een katalysator (meestal nikkel) is daar een verhoogde temperatuur voor nodig.
Ximena Yépez, Kevin Keener en collega’s willen dit katalytische proces nu vervangen door ‘high-voltage atmospheric cold plasma’ (HVACP), een techniek waarbij je gassen ioniseert in een zeer krachtig elektrisch veld. De voedingsmiddelenindustrie experimenteert er al langer mee, in de eerste plaats als wapen tegen microbiële besmetting.
Normaal doe je geen waterstof door het gebruikte gasmengsel. Maar doe je dat wél, dan blijkt dat na ionisatie te reageren met de onverzadigde koolwaterstoffen in het vet. Na een 12 uur durende HVAPC-behandeling bevatte de geteste soja-olie 12 % meer volledig verzadigde vetzuren, 4,6 % meer enkelvoudig onverzadigde vetzuren, en 16,2 % minder meervoudig onverzadigde vetzuren.
Voordeel is dat het werkt bij kamertemperatuur, of iets er boven. De beruchte nevenreactie waarbij de onverzadigde bindingen omklappen van de natuurlijke cis-configuratie naar de trans-stand, die te boek staat als uiterst ongezond, treedt alleen bij hogere temperaturen op. In die soja-olie was na afloop dan ook geen spoor van transvetten te vinden.
Een aantal kleinere landen beschouwt die transvetten al langer als ongewenste voedingssupplementen. Vorig jaar heeft de VS zich bij die groep geschaard door transvetten te verwijderen van de lijst met voedingsmiddelen die ‘generally recognized as safe’ (GRAS) zijn. Oliën die je zonder hydrogenering kunt gebruiken, zoals palmolie, zijn relatief duur, dus er is zeker een markt voor transvetloze hydrogenering van soja-olie en andere goedkope oliën.
De vraag is wel of HVACP echt commercieel toepasbaar is. Volgens de auteurs is het energieverbruik de helft van dat van traditionele hydrogenering: het kost een hoop elektriciteit maar je hoeft je vetten niet meer op te warmen. Maar die 12 uur is veel te lang; om het aantrekkelijk te maken moet het een kwestie van minuten worden.
Bovendien moet Yépez toegeven dat er kleine hoeveelheden ontstaan van een bijproduct dat ze nog niet heeft weten te identificeren.
bron: Purdue
Nog geen opmerkingen