Een injectie met minuscule sponsjes die gevaarlijk gif uit de bloedstroom verwijderen kan een nieuwe, levensreddende behandeling zijn van beten, steken of infecties. Daarbij is een specifiek tegengif niet meer nodig.

Na injectie met nanosponsjes overleefden 4 van de 9 muizen een dodelijke dosis a-toxine van de MRSA bacterie. De sponsjes, met een diameter van ongeveer 85 nanometer, hebben een kern van biologisch afbreekbare polymeren (PLGA, een copolymeer van melkzuur en glycolzuur) en zijn bekleed met natuurlijk membraan van rode bloedcellen. Vermomd als rode bloedcel vangen ze porievormend gif weg dat gericht is op echte rode bloedcellen.

Porievormend gif doodt cellen door kanalen in het celmembraan te maken, waardoor ionen ongecontroleerd naar buiten vloeien. Zulk gif bindt ook aan het membraan van de sponsjes. De kern van polymeren zorgt dat de sponsjes stabiel zijn, en niet met bloedcellen kunnen fuseren. Zo blijft het gif veilig in de sponsjes en kan het geen schade meer aanrichten.

Later worden de sponsjes met gif en al in de lever afgebroken. Hun halfwaardetijd in muizen is zo’n 40 uur. De lever loopt geen waarneembare schade op, en de muizen zelf lijken geen last te hebben van de sponsjes in hun bloed.

Veel organismen die steken, bijten of infecteren hebben porievormend gif met een verschillende molecuul structuur, maar een vergelijkbaar effect. Bestaande manieren om gif te neutraliseren, zoals met tegengif of antilichamen, richten zich op de moleculaire structuur van gif. Voor elk gif is een specifieke behandeling nodig.

De nanosponsjes richten zich echter op het algemene werkingsmechanisme en kunnen zo een breed scala aan giffen wegvangen. Dat zou goed van pas komen als er geen tegengif voor handen is na een aanvaring met schorpioenen, zeeanemonen, slangen, bijen of bacteriën.

Bron: Nature nanotechnology

Onderwerpen