Al doende ontdekte José Almirall hoe boeiend forensische chemie is: ‘Ik hou vooral van het researchaspect.’
Neem CSI Miami maar met een korreltje zout, adviseert José Almirall (56). ‘De producenten hebben me wel eens gebeld. Ik heb uren met ze gepraat, maar toen ik de aflevering zag, ontdekte ik dat ze totaal niet hadden geluisterd.’
Zelf werkte Almirall als chemicus twaalf jaar bij het échte Miami-Dade Police Department, totdat Florida International Univer-sity hem in 1998 aanstelde als hoogleraar. C2W sprak hem tijdens een bezoek aan het NFI in Den Haag, waar hij als directeur van het International Forensic Research Institute mee samenwerkt.
Wat hem betreft is forensische chemie een toepassing van analytische chemie. Met het grote verschil dat je moet getuigen voor de rechter, en dat je dus heel strakke procedures moet volgen tijdens je analyses. ‘Je kunt je nu eenmaal geen fouten veroorloven.’
Almirall wist al vroeg dat hij van analytische chemie hield. ‘Maar aan de University of Miami, waar ik mijn master deed, zat dat niet eens in het programma. Dus ik koos voor fysische chemie, dat kwam het dichtst in de buurt.’ Na zijn afstuderen bleek er een vacature te zijn in het plaatselijke forensische lab, waar hij alsnog de kneepjes van het vak leerde. ‘In die tijd werden de meeste mensen zo opgeleid.’
Mobiele brigade
Omdat hij eigenlijk liever het onderzoek in wilde, besloot hij te promoveren. In Schotland nota bene, aan de University of Strathclyde. ‘Daar hadden ze een erg goed forensisch promotieprogramma. In de VS bestond zoiets in de jaren 90 nog nergens. Het enige alternatief was Lausanne, en dan moest het in het Frans.’
Zijn huidige onderzoek richt zich onder meer op de identificatie van designer drugs. De wet schrijft precies voor welke moleculen verboden zijn, en dus moet je kunnen bewijzen dat iets op die lijst staat.
‘Je kunt je geen fouten veroorloven’
Nu is de analyse meestal nog een tweetrapsproces: snel kijken of een stof verdacht is en daarna het lab in voor een grondige analyse. Maar binnen 5 à 10 jaar herken je met draagbare massaspectrometers elke designer drug ter plekke, verwacht hij. Al kun je dan nog steeds niet de eerste de beste agent de data laten interpreteren. ‘Je moet misschien een speciale mobiele brigade vormen, die meegaat bij invallen in illegale labs.’
Maar hij werkt ook aan sporenelementen in glas. Twee scherven met dezelfde elementaire samenstelling komen niet per se uit dezelfde autoruit, maar hoogstwaarschijnlijk wél uit dezelfde glasfabriek. ‘Wat ik hier bij het NFI bediscussieerde was, hoe je de rechtbank het beste informeert over de waarde van zulk bewijs.’ En hij heeft een samplingtechniek geoctrooieerd die vluchtige stoffen concentreert. Op basis daarvan wil hij een apparaatje commercialiseren dat uit ademlucht afleidt wanneer iemand voor het laatst wiet heeft gerookt: ‘In staten waar dat gelegaliseerd is, groeien de zorgen over rijden onder invloed.’
CSI heeft hij inmiddels vergeven. ‘Uiteindelijk is het goed dat ze het grote publiek interesseren in wetenschap. Ik krijg veel studenten die grote CSI-fans zijn. Ik moet ze natuurlijk uitleggen dat het niet echt is, maar ze komen tenminste binnen.’
Nog geen opmerkingen