Molecuul Fel-d1 veroorzaakt kattenallergie door te binden aan een receptor aanwezig op immuuncellen, zo stellen onderzoekers van University of Nottingham. Eerdere studies lieten zien dat de receptor bestaande uit mannosesuikers verschillende allergiestoffen herkent en een allergie veroorzaakt. Nooit eerder vond men het specifieke molecuul verantwoordelijk voor de allergie tegen onze miauwende vrinden.

In de studie, gepubliceerd in Journal of Biological Chemistry, werden humane dentritische cellen gebruikt om te kijken of Fel-d1 bindt aan de receptor en door de cellen wordt opgenomen. Vervolgens werd er in vivo naar de allergische reactie gekeken.

 

Het resultaat: het Fel-d1-molecuul bindt aan de mannosereceptor (MR) en binding aan deze receptor leidt tot opname door de dendritische cel. Eenmaal opgenomen veroorzaakt Fe-d1 een verhoging van de IgE antilichamen, kenmerkend voor allergische reacties. Als controle: muizen zonder de mannosereceptor, of zonder het Fel-d1-molecuul hebben een significant lagere IgE-spiegel.

 

Dendritische cellen zijn tentakelachtige immuuncellen die lichaamsvreemde stoffen met behulp van receptoren herkennen, opnemen en uiteindelijk presenteren aan het immuunsysteem.

 

Het Fel-d1-molecuul is familie van de secretoglobineiwitten en bevindt zich op de huidschilfers van katten.

 

Allergie wordt veroorzaakt door een hyperreactief immuunrespons op onschuldige stoffen, allergenen, zoals Fel-d1 op huidschilfers van katten. Het lichaam bestrijdt deze en maakt dan extra IgE’s aan die weer tot andere immunologische reacties leiden. Dit leidt uiteindelijk tot huiduitslag, brandende ogen, niezen et cetera.

 

Ook veel astma-patienten zijn vaak allergisch voor het kattenallergeen. Zo is in groot Brittannië ongeveer 40 procent van de kinderen met astma allergisch voor katten.

 

Zowel astma als verschillende allergieën zijn de afgelopen decennia flink gestegen in de geïndustrialiseerde landen. Een beter begrip van de interactie tussen allergene stoffen en het immuunsyteem is belangrijk voor de ontwikkeling van betere medicijnen tegen astma en allergie, aldus hoofdonderzoeker Amir Ghaem-Maghami.

 

Bron: JBC

Onderwerpen