De wereldmarkt voor laboratoriumapparatuur groeit naar $ 60-70 miljard in 2030. Al die nieuwe apparaten vervangen verouderde of kapotte apparatuur. Maar wat gebeurt er eigenlijk met die afgedankte inventaris? Rechtstreeks naar de vuilnisbelt of zijn er betere mogelijkheden?
Het liefst gebruiken laboratoria de meest nauwkeurige en efficiënte apparatuur die op de markt is. Na een aantal jaren trouwe dienst wordt menig gaschromatograaf, rotatiefilmverdamper, microscoop of balans dan ook afgeschreven, omdat er betere versies beschikbaar zijn. Maar wat gebeurt er vervolgens mee? In België faciliteert de afdeling Melarec (Medisch-Laboratorium) van Recupel de verwerking van afgedankte laboratoriumapparaten. In Nederland gebeurt dat via de Stichting OPEN, sinds 2021 opvolger van Wecycle, en sectorspecifieke stichtingen zoals RTA (Stichting Recycling Technologische Apparatuur). Het blijkt dat deze kanalen slechts een fractie – zo’n 10% – van de afgedankte laboratoriumapparatuur verwerken. Gelukkig is het niet zo dat alle andere apparaten op verkeerde wijze van de hand worden gedaan. Een deel krijgt een tweede leven via gespecialiseerde bedrijven, bij scholen of in lage-inkomenslanden. Maar in totaal is van slechts zo’n 40% van de afgedankte apparaten bekend dat deze deugdelijk verwerkt wordt, terwijl de Europese doelstelling is om tot 65% te komen.
Back-up
Een groot deel van de oude laboratoriumspullen staat ergens in een magazijn, aldus Guy Dhondt, consultant bij Laborama, de Vlaamse beroepsfederatie voor de laboratoriumsector en tevens bestuurslid van Recupel/Melarec. ‘Dat kan zijn om als back-up te dienen voor als nieuwe apparatuur defect is. Maar meestal is dat zonder reden. Precies waarom mensen hun oude mobiele telefoon of laptop niet naar de recycling brengen, maar in een lade laten liggen.’ Zonde, maar het is volgens Dhondt veel erger als apparatuur via een (niet erkende) schroothandelaar verdwijnt. ‘Bedrijven kiezen er nog te vaak voor om apparatuur via de onofficiële kanalen te laten afvoeren. Handelaren betalen voor de apparatuur, maar hebben niet de juiste certificeringen en kwalificaties om met deze apparatuur om te gaan.’
Recupel en Stichting OPEN laten de laboratoriumapparatuur door gespecialiseerde partijen ontmantelen en verwerken. ‘Ieder apparaat heeft een specifieke route voor ontmanteling. De bedrijven die dit doen, moeten de verwerkingslogica van CENELEC [het Europese comité voor elektrotechnische standaardisering, red.] volgen voor het beoordelen op aanwezigheid van gevaarlijke stoffen of onderdelen en voor het terugwinnen van materialen’, legt René Eijsbouts, adviseur strategie van Stichting OPEN, uit. ‘Bij oude koelvries-apparatuur heb je vaak te maken met cfk’s of specifiek isolatiemateriaal. Ook komen we kwikschakelaars tegen of pcb-houdende condensatoren. Deze materialen mogen niet zomaar in een shredder belanden.’ Bij inlevering van de apparatuur bij Stichting OPEN en Recupel moet de apparatuur gedecontamineerd zijn. Vooral als het om medische apparatuur gaat, is dit van belang. ‘Hiervoor zou je een decontaminatieverklaring kunnen gebruiken om duidelijk te maken dat apparatuur vrij is van ziektekiemen zoals virussen’, stelt Eijsbouts.
Bedrijven kiezen nog te vaak voor onofficiële kanalen om apparatuur af te voeren
Tweede leven
Er bestaat ook een levendige markt voor gebruikte labapparatuur; LabMakelaar is een bekende naam in dit verband. Branchegenoot Labrecycling is gespecialiseerd in het geven van een tweede leven aan chromatografie-apparatuur. Oprichter Herwin Smit zag vanuit zijn werk voor een leverancier in laboratorium-producten dat afgedankte apparaten vaak bij op de schroothoop belandden of bij de klant bleven staan. In eerste instantie richtte Smit zich op demontage en recycling van de materialen uit de machines, maar er bleek ook vraag te zijn naar hoogwaardige tweedehands apparatuur. ‘Ik kwam in contact met laboratoria in Nigeria. Daar – en in veel andere landen wereldwijd – zijn de budgetten voor onderzoek klein en kan men zich vaak geen nieuwe chromatografen veroorloven.’ Met behulp van technische experts kan Labrecycling apparatuur repareren en ‘refurbishen’. ‘Onze afnemers zijn veelal kleine bedrijfjes in Azië, Zuid-Amerika en Afrika. Ook doneren we apparatuur aan lokale ziekenhuizen of onderwijsinstellingen. Apparatuur die je niet kunt repareren, demonteren we om reserve-onderdelen terug te winnen. Van slechts zeven tot acht procent kun je alleen de materialen recyclen.’
Bewustwording
Smit ziet dat de jongere generatie meer openstaat voor refurbished apparatuur. ‘Bij de oudere generatie heerste een negatief beeld over tweedehands spullen. Die houding zie je steeds minder. Mensen zien dat je kunt besparen door een refurbished apparaat te kopen, waarin dezelfde technologie zit als in een nieuw apparaat.’ Dhondt denkt dat je het percentage voor recycling en hergebruik kunt verhogen door laboratoriummanagers beter bewust te maken van het belang van een goede verwerking van de apparatuur. Daarnaast vindt hij dat er bij (milieu-)controles in laboratoria ook aandacht moet zijn voor recycling. ‘Laboratoria krijgen ISO-certificeringen voor milieuprestaties. Daarbij kijken controlerende instanties bijvoorbeeld hoe ze omgaan met emissies en lozingen. Maar recyclage komt bij audits niet altijd aan bod.’ Ook zouden controles bij schroothandelaren kunnen helpen. ‘Maar dat is wel lastig, want hoe achterhaal je de specifieke elementen uit lab-apparaten vanuit een bulk?’ Als je laboratoriummateriaal een tweede leven geeft via een broker, via liefdadigheid of als je ze verkoopt in het buitenland, moeten deze volumes ook gerapporteerd worden aan de Belgische overheid. Dit moet via BeWeee voor alles wat de Belgische markt verlaat. Recupel roept op om samen te werken met ophalers en verwerkers die een vergunning hiervoor hebben. Op de website van Recupel staat een overzicht van deze partijen.
We komen kwikschakelaars tegen. Die materialen mogen niet zomaar in een shredder belanden
Versnippering
Volgens Eijsbouts van Stichting OPEN moet er meer aandacht komen voor de verwerking en het hergebruik van professionele elektronische en elektrische apparaten. ‘Voorheen werd recycling van professionele apparatuur georganiseerd door een aantal aparte branchespecifieke stichtingen. Het gevolg was veel versnippering en relatief weinig recycling. Stichting OPEN is specifiek opgericht om hier één lijn in te kunnen trekken.’ Voor wat betreft refurbishing moet de veiligheid en nauwkeurigheid van apparaten gegarandeerd blijven. ‘Als een analyse-apparaat niet goed gekalibreerd is, en de meetwaarden wijken af, levert dat een risico op. We overleggen met de overheid en Techniek Nederland over certificering hiervoor. Je kunt hierbij denken aan een Nederlands keurmerk, gebaseerd op het CENELEC-certificaat. Daarnaast zou een handige registratiemethode nuttig zijn, zodat duidelijk is hoeveel producten een tweede leven in Nederland of in het buitenland krijgen. We moeten er natuurlijk wel voor waken dat de administratieve ballast niet te hoog wordt.
Nog geen opmerkingen