Om de in Parijs afgesproken klimaatdoelen voor 2050 te halen, moet de EU voortaan jaarlijks tot 2% van het bruto binnenlands product investeren in CO2-reductie. Dat stelt onderzoeksbureau CE Delft in een zojuist verschenen rapport, opgesteld in opdracht van de European Climate Foundation.
Ter vergelijking: die 2 % is vijf keer de hoeveelheid geld die er in 2013 aan werd uitgegeven. Of de berekening exact klopt is nog maar de vraag, maar de kans lijkt groot dat het behoorlijk pijn gaat doen.
De auteurs vergelijken de situatie met die in Oost-Europa rond 1990. Na de val van de Berlijnse Muur waren industrie (met name de chemische) en infrastructuur daar alleen nog goed voor het museum. Het heeft enorme bedragen gekost om de totaal verouderde meuk te vervangen door iets dat zich technisch wél kon meten met wat er in het Westen stond.
Volgens het rapport staat zo’n scenario nu heel Europa te wachten. Wat we nu hebben is voor een groot deel niet in te passen in een ‘koolstofarme’ economie die in 2050 80 tot 95 % minder CO2 zal moeten uitstoten dan nu. Het oude spul zal dus versneld moeten worden afgeschreven en vervangen.
Gesproken wordt nadrukkelijk van investeringen, wat inhoudt dat je de inleg niet kwijt bent maar op de langere duur met rente terug krijgt. Het probleem is alleen om dat uit te leggen aan de samenleving in het algemeen en investeerders in het bijzonder.
Om het aantrekkelijker te maken pleit CE Delft voor een snelle verhoging van de CO2-prijs. Nu ben je € 6 kwijt per ton uitstoot, dat zou per direct € 40 moeten worden en daarna met sprongen verder moeten stijgen naar € 250 in 2050.
Daarnaast zou op alle producten en diensten een koolstofbelasting moeten worden geheven, vergelijkbaar met de huidige btw.
Gepleit wordt ook voor een systeem dat de huidige investeringen in ‘fossiele’ industrie ontdoet van hun winstgevendheid. In Oost-Europa ging dat helemaal vanzelf omdat de wisselkoersen van de lokale munteenheden instortten; de auteurs hopen dat de sterk verhoogde CO2-prijs het zelfde effect sorteert.
Voor regio’s die leven van dit soort industrie is een herstructureringsplan wellicht op zijn plaats.
bron: CE Delft
Nog geen opmerkingen