Redactioneel C2W 8

 

Iemand twitterde onlangs: ‘Woord uit de toekomst: nanonostalgie. Het terugverlangen naar de tijd waarin nanotechnologie booming was.’ Die 105 tekens riepen bij mij de vraag op of ik ooit zal terugverlangen naar deze tijd…

De nanotechnologie biedt wetenschappers een intrigerend speelterrein om nieuwe materialen te creëren. Het bekendste materiaal is – al dan niet terecht – grafeen, dat het al jaren zónder toepassing moet stellen. Delftse onderzoekers richten zich nu op DNA-sequensen. In theorie is het wederom veelbelovend: in tegenstelling tot eiwitporiën zou grafeen wel afzonder­lijke basen moeten kunnen meten.

Ondertussen speelde de Vlaming Han Remaut zich met zijn werk aan, jawel, eiwitporiën in de kijker van Oxford Nanopore, een grote DNA-sequencing-fabrikant (zie voor beide aanpakken pagina 16-17). As we speak heeft het Britse bedrijf de nieuwe porie al in gebruik genomen. Als consument kun je deze nanotechnologische upgrade dus nu al toepassen.

Toch pronken de meeste bedrijven niet zo openlijk met hun nanotechnologische snufjes. Zo vertelt de website van de ING dat haar Starter van afgelopen maand, Quality Wash, auto’s wast zonder water en met nanotechnologie. Dit laatste woord komt op de website van het bedrijfje nergens voor, hoogstwaarschijnlijk uit angst dat potentiële klanten wegblijven.

Hoewel ik de gemiddelde reactie aangaande nieuwe technologieën overtrokken vind, kan ik er in dit geval wel inkomen. Nanotechnologie snelt ons geweten vooruit, met mogelijk meer negatieve gevolgen dan we nu willen inzien – in dit licht is booming niet positief. Beangstigend is de onwil bij onder meer de Europese Commissie (EC) om wetgeving te maken die ons hiertegen zou moeten beschermen.

Zo komen nanostoffen in de huidige chemicaliënwetgeving REACH niet voor. En het is maar de vraag of daar op korte termijn verandering in komt. Volgens Dick Sijm, scheidend hoofd Bureau REACH bij het RIVM, stelt de EC de wetgeving over nanomaterialen steeds uit, ondanks aandringen van diverse lidstaten. Hij heeft het gevoel dat daarmee mens en milieu onvoldoende worden beschermd (zie pagina 19).

Inmiddels zijn nanotechnologische upgrades van consumentenartikelen al ingeburgerd geraakt. Maar zouden we met onze huidige kennis van zaken niet moeten zeggen: eerst aantonen dat die toepassing over de jaren veilig is en haar dan pas toepassen? Al zullen we ook als consument soms iets moeten slikken. Titanium dioxide en zinkoxide klinken wellicht minder exotisch dan grafeen, maar zijn wel dé nano-artikelen in zonnebrand. En zonder die nanodeeltjes slaan we toch een beetje wit uit. Minder sexy, maar wel zo veilig? (zie eerder C2W 16 2014)

Ja, het is een fascinerende tijd. Zo spreken onderzoekers van de Universiteit Twente al over de nano-3D-printer, zie pagina 18. Alleen hoop ik dat we verstandig omgaan met de mogelijkheden die denanowereld ons biedt.

Puck Moll vak-/eindredacteur C2W pmoll@c2w.nl