Terwijl in België reizigers in het openbaar vervoer sinds 4 mei verplicht een mondkapje moeten dragen, bleef de Neder­landse regering maar steggelen over haar besluit.

De uiteindelijke richtlijn die NRC in handen kreeg, gaf mij absoluut geen gerust gevoel: een mondkapje wordt verplicht per 1 juni, maar alleen niet-medische maskers zonder CE-markering zijn toegestaan. Conclusie in de richtlijn: ‘Het gaat om maskers die geen vorm van bescherming geven.’

Het had allemaal niet zo’n vaart hoeven lopen als beide landen – want in België heerst evengoed een tekort – hun productie van medische mondkapjes niet uit handen hadden gegeven. Nu, samen met rest van de wereld, de fabricatie voor én de zorgsector én de particuliere markt proberen op te starten, gaat zo snel niet. Het knelpunt blijkt het wereldwijde tekort aan meltblown; de grondstof voor gezichtsmaskers gemaakt van polypropyleenvezels. De levertijd voor een machine die dit gouden goedje voor ons kan produceren bedraagt inmiddels vijftien maanden.

Die tijd heb je als burger, die verantwoord het openbaar vervoer wil betreden, niet. Gelukkig mag je van de overheid zelf aan de slag met je naaimachine (patronen zijn te vinden op rijksoverheid.nl en maakjemondmasker.be). Ik juich dit toe, want vertrouwen op het eerste de beste niet-medisch-gekeurde mondkapje doe ik niet. De Volkskrant noemde in haar Grote mondkapjestest de instructie van de Nederlandse overheid ‘sympathiek’, maar de al te simpele uitvoering maakt het ‘niks meer dan een plat, doorzichtig lapje zonder neusruimte’. Het Belgische ontwerp is duidelijk ingenieuzer én biedt ruimte voor een filter. Alleen ‘kost het een ervaren naaier al een uur om het in elkaar te zetten’. Bij dat idee zakt mij de moed al enigszins in de schoenen.

Volgende issue: waar maak je het filter van? Een ACS Nano-publicatie van eind april laat zien dat óf vier lagen natuurlijk zijde óf dicht geweven katoen (600 TPI zogezegd) óf een combinatie van dergelijk katoen met natuurlijk zijde, chiffon (90% polyester om 10% elastaan) of flanel (65 % katoen om 35 % polyester) verantwoorde bescherming bieden tegen deeltjes van 10 nm tot 6 µm in diameter – coronavirusdeeltjes zijn pak ‘m beet tussen de 0,06 en 0,14 µm.

Als je dan dat medisch verantwoorde masker al in elkaar hebt weten te knutselen, ben je er nog niet. De uiteindelijke effectiviteit valt of staat immers bij juist gebruik. Een niet goede fit, er even aanzitten, onzorgvuldig afdoen: allemaal punten aftrek. En als je niet oppast, verwordt je masker zelf tot bron van coronavirusjes: ademen, niezen en wat luchtvochtigheid zorgen al snel voor een prima virus-omgeving.

Dat betekent niet dat we onze eigen creaties, al dan niet met coole print, direct naar de prullenbak moeten verwijzen. Maar laten we er geen schijnvertoning mee opvoeren zoals de Nederlandse overheid ons voorstelt. Een masker zal nooit een alternatief worden voor de basisrichtlijnen: blijf thuis als je verkoudheidsklachten hebt, nies en hoest in je elleboog en was vaak genoeg je handen. Maar halfbakken of niet: met het dragen van een masker verminder je wel degelijk de kans dat je iemand anders besmet. Goede reis!