De kilo’s dagelijks afgedankte plastic wegwerpbuisjes, -epjes en -pipetpuntjes geven menig moleculair bioloog een schuldgevoel. Fabrikanten spelen daarop in door biodegradeerbare en recyclebare alternatieven op de markt te brengen met namen als Earth Saver Tips. Levert dit echt milieuwinst?

Vol trots presenteert het Britse bedrijf Anachem, dat labbenodigdheden verkoopt, op zijn website de serie Earth Saver pipetpunten. Wat blijkt? Enkel het doosje waar de puntjes in zitten is van biodegradeerbaar plastic. En dat terwijl navraag leert dat in bijna geen enkel laboratorium die doosjes worden weggegooid: men vult ze eenvoudig weer met nieuwe punten. Waarom niet de puntjes zelf bioafbreekbaar maken? Die belanden immers in grote hoeveelheden bij het afval.

“De chemische resistentie van biodegradeerbare plastics is niet altijd goed. Ze worden bijvoorbeeld aangetast door zuur”, zegt Denka Hristova, polymeertechnoloog aan de TU Eindhoven. “Sommige polyesters zijn bovendien gevoelig voor vocht.” Buisjes en flessen van het biodegradeerbare PLA (polymelkzuur) gaan daardoor bijvoorbeeld al na een paar dagen lekken.

Bij die biodegradeerbaarheid kan men overigens ook zijn vraagtekens zetten: PLA breekt niet zomaar af als je het in de natuur gooit. Hristova: “Biodegradeerbaar betekent dat het onder bepaalde omstandigheden afgebroken kán worden door micro­organismen. Voor PLA zijn die omstandigheden 60 °C en 70 procent vochtigheid.” Alleen industriële composthopen voldoen daaraan.

Bulk

“Als je de wereld wilt verbeteren, zou ik me niet op biodegradeerbare pipetpunten richten”, zegt Christiaan Bolck, programmacoördinator op gebied van bioplastics binnen Wageningen Universiteit. Volgens hem gaat het biodegradable gebeuren toch vooral om de bulkmarkten, zoals consumentenverpakkingen en bouwmaterialen. “Bij gebruik in het lab is het een beetje een druppel op een gloeiende plaat, want er zijn relatief weinig labs. Daarbij blijft er altijd wat van de gebruikte stofjes in de punten achter. Dat is vaak niet het meest lekkere spul om op je composthoop te hebben.”

Bovendien blijkt van al dat afbreekbare afval helemaal niets op de composthoop gestort te worden. Op de website van afvalbeheerder Indaver, België, is te lezen dat al het medische en labafval rechtstreeks de verbrandingsoven in gaat. En dat is volgens de Gentse hoogleraar Gustaaf Schoukens ook de beste methode. De energie die vrijkomt bij het verbranden van de plastics wordt in de meeste gevallen namelijk gebruikt voor de opwekking van elektriciteit. Schoukens: “Plastics bevatten doorgaans geen zwavel of andere vervuilende stoffen, dus er komt enkel CO2 vrij. En elektriciteit moeten we toch opwekken.” In dat opzicht kun je het plastic, dat uit aardolie vervaardigd is, dus in feite beschouwen als ‘geleende brandstof’, dat nog nuttig gebruikt wordt op weg naar de verbrandingsoven.

Instinctief zou je misschien wel denken dat plastic dat biologisch afbreekt op een composthoop beter is voor het milieu dan plastic dat de afvalverbrandingsoven in gaat, maar bij beide gaat evenveel grondstof verloren en komt exact evenveel CO2 vrij. En waar in een oven de hitte die vrijkomt tenminste nog kan worden gebruikt om elektriciteit op te wekken, gaat de energie die vrijkomt bij biologische afbraak volledig verloren. Het enige streepje dat het biodegradeerbare plastic dan nog op zijn niet­biodegradeerbare broertje voor heeft, is de grondstofbron. De meeste biodegradeerbare plastics worden namelijk geproduceerd uit hernieuwbare bronnen zoals mais.

Omsmelten

Het Amerikaanse Fisher Bioscience doet zich ‘groen’ voor door ‘Environmental Reload Tips’ aan te bieden, met begeleidende teksten als: ‘vervaardigd uit volledig recyclebare materialen, verminder hiermee uw plasticafval met 80 procent.’ Na wat navragen blijkt echter dat alle buisjes en pipetpuntjes van verschillende merken standaard van het recyclebare polypropyleen (PP) zijn gemaakt en dat het hier dus niets bijzonders betreft. Dat ze recyclebaar zijn, betekent namelijk nog niet dat ze ook werkelijk gerecycled worden. Fisher was echter niet bereikbaar voor verdere vragen. Een woordvoerder van concurrent Eppendorf legt uit: “Onze wegwerpproducten zijn in theorie allemaal wel recyclebaar, maar je kunt natuurlijk geen plastic gaan recyclen dat gecontamineerd is met chemicaliën of ggo’s.”

Ook pipetpuntjes maken van plastic dat gerecycled is na gebruik voor andere doeleinden, is volgens Eppendorf niet mogelijk. “We willen onze klanten producten van het zuiverste plastic bieden, om alle mogelijke neveneffecten op experimenten te vermijden. Daarnaast moeten de puntjes hydrofoob zijn, want als je met microliters werkt is het belangrijk dat er absoluut niets in de pipet achterblijft. En dat kan alleen gegarandeerd worden met zuiver polypropyleen.”

En zelfs dat zuivere polypropyleen is soms niet goed genoeg, zo publiceerden Amerikaanse onderzoekers eind vorig jaar in Science. De door de kunststoffabrikanten gebruikte additieven – waaronder weekmakers en slip agents – logen namelijk gemakkelijk uit en kunnen daardoor de activiteit van enzymen beïnvloeden.

Toepassing

Winnok De Vos ziet wel mogelijkheden om gebruikte pipetpunten apart in te zamelen voor hergebruik. “We hebben nu ook al meerdere afvalstromen, dat is op zich geen probleem”, meent de onderzoeksassistent op de vakgroep Moleculaire Biotechnologie in Gent. “Bij het gebruik van gerecyclede pipetpunten zou je wel goed moeten nadenken waarvoor je ze gebruikt. Aanwezigheid van restanten DNA is bijvoorbeeld bij ELISA geen probleem, maar bij PCR wel.” Hij schat dat in zijn lab een vijfde van het gebruikte plastic in de gewone vuilniszakken wordt gedaan, omdat het geen gevaarlijke stoffen bevat. Maar het gaat toch om erg kleine volumes, het aandeel wegwerpplastic in het Vlaamse laboratoriumafval gaat waarschijnlijk om ‘slechts’ enkele tientallen tot honderden tonnen per jaar.

De mogelijkheden voor hergebruik worden bovendien vaak beperkt door de economische haalbaarheid. “Het is helaas meestal goedkoper om nieuwe grondstof te gebruiken”, zegt Karel Van Acker, coördinator van het Leuven Materials Research Centre. De kosten zitten voornamelijk in het ophalen en sorteren. “Er is bovendien een voldoende zuivere plasticstroom nodig.” Bij pet, bekend van de frisdrankflessen, loopt dat redelijk goed en dat is in veel landen dan ook het enige plastic dat wordt gerecycled. Polypropyleen komt daarentegen vaak voor in producten die ook andere polymeren bevatten, wat hergebruik ernstig bemoeilijkt. Vaak komt in de praktijk ‘recycling’ daarom neer op ‘downcycling’: de kwaliteit gaat achteruit, waardoor je er alleen nog verkeerspaaltjes of tuinstoelen van kunt maken.

Tweede ronde

Is zelf schoonmaken en hergebruiken dan de enige overgebleven optie voor weggooien? “Dat is echt onbegonnen werk”, meent Joke Granneman, analist op een moleculair biologisch lab aan de Universiteit Utrecht. “Wij hadden vroeger een collega die dat deed. Die is inmiddels al 15 jaar met pensioen, maar daar worden nog steeds grappen over gemaakt.” Je bent volgens Granneman op die manier niet alleen veel water kwijt, je weet bovendien niet of het daarna wel echt schoon is. “Dat kun je gewoon niet hebben.”

Bron: C2W3, 21 februari 2009

Onderwerpen