Chemiekoepel VNCI ‘herkent zich niet’ in het beeld dat criminologe Marieke Kluin schetst over een falende veiligheidscultuur binnen de chemische industrie. Haar onderzoek is gedateerd, suggereert een persbericht.

De VNCI verwijst onder meer naar een TNO-onderzoek uit 2012, waarin werd geconcludeerd dat in elk geval in Rotterdam-Rijnmond de veiligheids-‘performance’ in orde is. Toestanden zoals een paar jaar geleden bij Odfjell zouden inmiddels niet meer moeten voorkomen.

Daar is overigens niet iedereen van overtuigd. Toevallig (?) trok vorige week Petrochem-columnist Henk Leegwater van leer tegen Shell Moerdijk. Gezien zijn ervaringen met de bedrijfsleiding is het niet vreemd dat daar de afgelopen tijd een paar dingen heel erg zijn misgegaan, stelt hij. Met een sneer richting de VNCI die het volgens hem liever op toeval houdt.

Kluin gaf het proefschrift, waarop ze dinsdag promoveerde aan de TU Delft, de titel ‘Optic Compliance’ mee. De Nederlandse vertaling levert ze er ook bij: ‘Optische Regelnaleving’.

Het is gebaseerd op de periode 1999-2011. In die tijd is Kluin, samen met de inspectiediensten, bij vijftien zogeheten BRZO-bedrijven in Rotterdam-Rijnmond op bezoek geweest. Namen noemt ze niet, wel dat bij tien van de vijftien de veiligheid niet op orde was.

Vier daarvan worden omschreven als ‘calculerend’: ze beperken de uitgaven aan veiligheid en milieu tot het strikte minimum, en ondernemen pas aanvullende actie als de autoriteiten moeilijk beginnen te doen. De overige zes worden ‘roekeloos’ genoemd: ze kennen de regels niet of zien het belang niet in.

De VNCI gaat het proefschrift wel nader bestuderen om te zien of de veiligheid nóg beter kan dan ze naar eigen zeggen nu al is. ‘Als het aanknopingspunten biedt om actie te ondernemen met haar leden, gaat de VNCI daar zeker actief mee aan de slag’, aldus het persbericht.

bron: VNCI, Binnenlands Bestuur