Vissen zijn minder goed in staat roofvissen te ruiken naarmate hun zwemwater minder basisch is. Dat heeft mogelijk gevolgen als oceanen de komende eeuw nog verder worden aangezuurd door klimaatverandering en er meer CO2 is opgelost in zeewater. Dat schrijven Australische en Amerikaanse onderzoekers in Nature Climate Change.

De onderzoekers bestudeerden de vissen in hun natuurlijke leefomgeving in de koraalriffen bij Papua Nieuw Guinea, waar van nature meer CO2 in het water zit en de pH lager is (tussen 7.72-7.95). Ze vergeleken het gedrag van de vissen met dat van vissen uit ‘normaal’zeewater met een pH tussen 7.98-8.02 en waarin minder CO2 in is opgelost.

Al eerder was namelijk uit gecontroleerde experimenten gebleken dat vissen minder goed gevaar ruiken als ze in water met een lagere pH geplaatst worden, maar de vraag was of vissen die van nature in zulk water leven zich daaraan zouden aanpassen.

Dat blijkt niet het geval: vissen uit CO2-rijk water voelden zich zelfs aangetrokken tot water met daarin de geur van een roofvis, terwijl vissen uit ‘gewoon’ zeewater die geur juist vermeden. Ook voelden vissen uit CO2-arm water zich beter thuis in dat water dan in CO2-rijk water. Vissen die gewend waren aan het CO2-rijke water leken het verschil in CO2-concentratie niet te merken: ze zwommen vrolijk rond in beide soorten water.

De schijnbaar verminderde neus voor gevaar van vissen uit CO2-rijk water bleek ook uit het feit dat deze zich vaker en langer buiten hun veilige beschutte plek begaven, terwijl vissen uit CO2-arm water juist het grootste deel van hun tijd in beschutting doorbrachten.

Bron: Nature Climate Change

Onderwerpen